21 mei

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

21 mei

nieuwe leerwoorden

Nieuwsbegrip: toets vragen

De lessen variëren per lesperiode.
Variëren =

1. hetzelfde blijven
2. veranderen
3. wisselen
4. weet niet

Het cijfer voor de toets is definitief.
definitief =

1. kan niet meer veranderen
2. veranderbaar
3. onveranderbaar
4. weet niet

Met een geringe hoeveelheid suiker maak je de pudding zoet.
gering=

1. grote hoeveelheid
2. kleine hoeveelheid
3. gemiddelde hoeveelheid
4. weet niet

Van mijn stagebegeleider moest ik de tafels grondig schoonmaken.
grondig=

1. een beetje
2. zorgvuldig
3. onzorgvuldig
4. weet niet

Ik besefte ineens dat ik de afspraak bij de tandarts ben vergeten.
beseffen=

1. weten
2. begrijpen
3. ontdekken
4. weet niet

it's learning inleverpunt

Toetsvragen.

In toetsen komen verschillende soorten vragen voor.

Je leert welke vragen in een toets staan.

Je leert de vragen te herkennen.