Do 20 juni Verkeerde woorden en uitdrukkingen

Do 20 juni Verkeerde woorden en uitdrukkingen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Do 20 juni Verkeerde woorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Foutief gebruikt!
Wanneer een schrijver tautologie of pleonasme verkeerd of onbewust gebruikt, spreek je van:
- foutieve tautologie
- foutief pleonasme
Dit noem je een stijlfout (een stijlfiguur die verkeerd wordt gebruikt).

Slide 2 - Diapositive

Over taal blok 5
synoniemen
tegengestelden
overbodige woorden
verkeerde woorden of uitdrukkingen
dubbele ontkenning & verhaspelingen

Slide 3 - Diapositive

Verhaspeling

Slide 4 - Diapositive

Verhaspeling

Slide 5 - Diapositive

Verhaspelen
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes worden vaak verhaspeld. Dat betekent dat ze niet goed worden gebruikt. 

Slide 6 - Diapositive

Contaminatie - verhaspeling
Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen. Deze worden dan door elkaar gebruikt, waardoor dus een contaminatie ontstaat. 

bijv. 
Je moet dat overnieuw doen! (overnieuw is de contaminatie)
Je moet dat opnieuw doen.
Je moet dat over doen.

Slide 7 - Diapositive

Welke spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen jullie in de verhaspelingen?

Slide 8 - Diapositive

Verhaspeling
Bij een verhaspeling verwissel je woorden die op elkaar lijken, maar die een verschillende betekenis hebben. 

Voorbeelden:
Die schoenen kosten te duur.
Ik zie door het bos de bomen niet meer.
Er is een dood lijk gevonden in Amsterdam.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld verhaspeling
'Ik gooi de hoed in de ring'

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld verhaspeling
'Een half begin is het goede werk'

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld verhaspeling
'We gaan de olie op het spek binden.'

Slide 12 - Diapositive

Wat is een verhaspeling?

Slide 13 - Diapositive

Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Als een pleonasme bijvoorbeeld wordt gebruikt in een gedicht. Dan is het een stijlfiguur. 
'natte tranen'  'groen gras'  'witte sneeuw.'
Dat zijn niet per se fouten. Iets 'opnieuw herhalen' of 'naar beneden laten vallen' is wel fout. Hier wordt onnodig de nadruk gelegd op een eigenschap van iets wat je noemt.

Slide 14 - Diapositive

Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Ook een tautologie kan een versterking zijn.  Er bestaan veel uitdrukkingen die tautologieën zijn. Denk aan: 'gratis en voor niets', 'zeker en vast' of 'list en bedrog'. Deze zijn geaccepteerd als stijlfiguur en zijn dus correct. Voorbeelden van overbodige herhaling zijn: Ik heb dat 'nooit niet' gewild, die boeken zijn 'identiek hetzelfde' of: 'want ik wil immers' nooit slapen.  

Slide 15 - Diapositive

(Foutieve) tautologie
Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden.
Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.

Als stijlfiguur: Hij werd met pracht en praal begraven.
Als stijlfout: Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

Slide 16 - Diapositive

Leerzaam uitstapje
Terechtstelling
Voorwerp
Militaire oefening
tentoonstelling
expressie
experiment 
Excursie
Executie
exemplaar
exercitie
Expositie
Uitdrukking
Proef

Slide 17 - Question de remorquage

Welke uitdrukking komt op de lege plek?

Slide 18 - Question de remorquage

Welke uitdrukking komt op de lege plek?

Slide 19 - Question de remorquage

Welke uitdrukking komt op de lege plek?

Slide 20 - Question de remorquage

Welke uitdrukking hoort op de puntjes?

Slide 21 - Question de remorquage

Welke uitdrukking komt op de lege plek?

Slide 22 - Question de remorquage

eufemisme
understatement
hyperbool
President Trump heeft wel wat te besteden.
verzachtende uitdrukking
Ik mag ook nooit iets!
sterke overdrijving
afgezwakte uitdrukking
Dat is een hele uitdaging! (Je bedoelt dat het een groot probleem is.)

Slide 23 - Question de remorquage

Huiswerk voor ma 24 juni 
Maken opdr. 3 en 4 Blok 6 Over taal


Stijlfouten herkennen.
Maak de zelftoetsen van blok 5 en 6

Slide 24 - Diapositive