Quizvragen hoofdstuk 4

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 1 - Quiz

Bij communicatie is er sprake van een
A
Boodschap
B
Ontvanger
C
Zender
D
Alle drie

Slide 2 - Quiz

Wat is geen emotie?
A
Blij
B
Rijk zijn
C
Boos
D
Bang

Slide 3 - Quiz

Zwaaien is een vorm van .......
A
Non-verbale communicatie
B
Fit zijn
C
Verbale communicatie
D
Geen één van de bovenstaande antwoorden

Slide 4 - Quiz

Welke woorden passen bij woede?
A
Verdriet, huilen
B
Vreugde, lachen
C
Kwaad, ruzie
D
Paniek, angst

Slide 5 - Quiz

Welk woord past bij blijdschap?
A
Tegenzin
B
Pijn
C
Plezier
D
Angst

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Met je vuist op tafel slaan omdat je boos bent
B
Een WhatsApp gesprek voeren

Slide 7 - Quiz

Verkeersborden zijn geen
vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Een mail schrijven is een vorm van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van passief luisteren?
A
Je knikt als je het begrijpt
B
Je herhaalt wat er wordt gezegd
C
Je zit met je armen over elkaar het gesprek aan te horen
D
Je stelt tussendoor vragen om achter meer informatie te komen

Slide 10 - Quiz

Bij ruis komt een boodschap niet goed over bij de ontvanger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Kaj kijkt verdrietig tijdens de activiteit.
B
Maik stuurt een emoticon via WhatsApp naar Zigo.
C
Lisa steekt haar duim omhoog naar Mirthe.
D
Xavier mailt naar Courteney dat hij aanwezig is bij de activiteit.

Slide 12 - Quiz

Waar is jouw uitstraling een onderdeel van?
A
Verbale communicatie.
B
Non-verbale communicatie.
C
Mondelinge communicatie.
D
Schriftelijke communicatie

Slide 13 - Quiz

Welke uitspraak over lichaamstaal is juist?
A
Je kunt met lichaamstaal goed verbergen hoe je je echt voelt.
B
Lichaamstaal is lastig te interpreteren.
C
Je lichaamstaal laat zien hoe je je voelt.
D
Lichaamstaal is voor iedereen anders

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak over actief luisteren is juist?
A
Actief luisteren wil zeggen dat je actief weergeeft wat er gezegd wordt.
B
Bij actief luisteren gaat het erom dat je snel snapt wat de ander bedoelt.
C
Als je actief luistert, dan vul je het verhaal van de ander aan.
D
Bij actief luisteren let je goed op hóe iemand iets zegt.

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
Een krakende telefoonverbinding.
B
Geluid door een tv die aanstaat.
C
Een vliegtuig vliegt laag over.
D
Slechte concentratie doordat je verdrietig bent.

Slide 16 - Quiz

Een methode om goed te luisteren tijdens een gesprek is de LSD-methode. Waar staan de letters LSD voor?
A
Luisteren, spreken, doorvragen.
B
Luisteren, samenvatten, doorvragen.
C
Luisteren, spreken, doorpraten.
D
Luisteren, samenvatten, doorpraten

Slide 17 - Quiz