HV1 Grammatica 5, 6, 20, 21, 22, 36 en 37

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom HV1a

Programma

1. 10 minuten lezen
2. Herhaling grammatica 5, 6, 20, 21, 22, 36 en 37
3. Afsluiting en vooruitblik

10 minuten lezen

Wat is taalkundig ontleden?

1. Je benoemt de afzonderlijke woorden
2. Je benoemt delen van de zin

Wat hoort bij taalkundig ontleden?

1. onbepaald lidwoord
2. persoonsvorm
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp

Wat hoort bij redekundig ontleden?

1. zelfstandig naamwoord
2. onderwerp
3. bijvoeglijk naamwoord
4. hulpwerkwoord

Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?

1. persoonsvorm zoeken
2. onderwerp zoeken
3. zinsdeelstrepen zetten
4. werkwoordelijk gezegde zoeken

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Schrijf de lidwoorden op van deze zin en geef aan of het lidwoord een bepaald of een onbepaald lidwoord is.

Er hangt een foto aan de muur.

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Met behulp van een spiekbriefje wist ik de antwoorden.

Ontleed deze zin(zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):
Een vriend van mij heeft vorige maand een grote muurschildering gemaakt.

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Na een lange schooldag voetballen de leerlingen een uurtje.

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Ik geef hem die natuurlijk.

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Vouwen jullie het tafelkleed na het eten op?

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

De vriendinnen liepen gezellig met elkaar naar de auto.

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Sinterklaas heeft voor de kinderen pepernoten meegenomen.

Ik ben wel klaar voor die toets grammatica.

Ja, helemaal.

Ja, zo ongeveer.

Nee, nog niet helemaal.

Nee, totaal niet.

Wat heb je nog nodig ter voorbereiding op de toets grammatica?

meer uitleg

meer oefeningen

niets

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: maandag 15 april 

• Huiswerk: leren theorie p. 22, 24, 26, 28, 82, 84, 86, 88, 90, 92, 146, 148 en 152
• Maken: opdracht 7 (a t/m e) woordsoorten benoemen
  
• Meenemen: LAPTOP, leesboek, boek, schrift en pen
• Programma: herhaling grammatica