HV1 quiz grammatica

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is taalkundig ontleden?
A
Je benoemt de afzonderlijke woorden
B
Je benoemt delen van de zin

Slide 2 - Quiz

Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
onbepaald lidwoord
B
persoonsvorm
C
onderwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 3 - Quiz

Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
zelfstandig naamwoord
B
onderwerp
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord

Slide 4 - Quiz

Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
zinsdeelstrepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken

Slide 5 - Quiz

Noem alle verschillende woordsoorten die je moet kennen voor de toets grammatica.

Slide 6 - Question ouverte

Waar of niet waar? Elk zinsdeel dat begint met aan of voor is een meewerkend voorwerp. Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Question ouverte

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Slide 8 - Question ouverte

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Slide 9 - Question ouverte

Benoem de onderstreepte woordsoorten.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de lidwoorden op van deze zin en geef aan of het lidwoord een bepaald of een onbepaald lidwoord is.

Er hangt een foto aan de muur.

Slide 11 - Question ouverte

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Slide 12 - Question ouverte

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Slide 13 - Question ouverte

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Slide 14 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Met behulp van een spiekbriefje wist ik de antwoorden.

Slide 15 - Question ouverte

Ontleed deze zin(zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):
Een vriend van mij heeft vorige maand een grote muurschildering gemaakt.

Slide 16 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Vouwen jullie het tafelkleed na het eten op?

Slide 17 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):
Heel vroeg in de ochtend gaf een politieagent mij op de A10 een fikse boete.

Slide 18 - Question ouverte

Ik ben wel klaar voor die toets grammatica.
Ja, helemaal.
Ja, zo ongeveer.
Nee, nog niet helemaal.
Nee, totaal niet.

Slide 19 - Sondage

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 24 april  
  • Leren theorie p. 22, 24, 26, 28, 82, 84, 86, 88, 90, 92, 146, 148 en 152
  • Programma: Toets grammatica!



Slide 20 - Diapositive