Formuleren

Wat ga je leren in deze paragraaf?

Aan het eind van de paragraaf kan/weet je:

  1. opzoeken of iets een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord is;
  2. wanneer je de woorden deze, dit, die en dat moet gebruiken.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat ga je leren in deze paragraaf?

Aan het eind van de paragraaf kan/weet je:

  1. opzoeken of iets een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord is;
  2. wanneer je de woorden deze, dit, die en dat moet gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Schrijf zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden op waar je alleen het lidwoord 'het' voor zet (bijvoorbeeld (het)applaus) (2 minuten de tijd).

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
  • In het Nederlands is het lastig te bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Je kunt het alleen zien aan het lidwoord.


  • Woorden met het lidwoord 'het’ zijn altijd onzijdig (o).
  • Woorden met het lidwoord 'de' zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v).


  • Als je wilt weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is, kun je in een woordenboek of woordenlijst opzoeken of een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is.
  • Vrouwelijke woorden zijn bijvoorbeeld woorden die je gebruikt als het om vrouwelijke personen of dieren gaat (koningin, kip, moeder).

Slide 4 - Diapositive

Waarom?????

Waarom is het belangrijk te weten of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?

Omdat je dat bij verwijzingen wel kunt zien!

  • Heb je een boek gekocht? Ja. Het ligt op de tafel.
  • Onze kip heeft deze week elke dag een ei gelegd. Ze is er maar druk mee.

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
In de zin vul je steeds de of het op de puntjes in. Wat is het juiste antwoord?

Slide 6 - Diapositive

Terwijl … inwoners van Schiedam rustig lagen te slapen, ontstond er midden in het dorp plotseling een krater van 25 meter diep.
A
de
B
het

Slide 7 - Quiz

… gat is veertig meter lang en dertig meter breed. Wonder boven wonder is er niemand gewond geraakt.
A
de
B
het

Slide 8 - Quiz

Wel raakten veel huizen zwaar beschadigd en moesten … dorpsbewoners worden geëvacueerd.
A
de
B
het

Slide 9 - Quiz

De en het, deze en dit, die en dat.

Slide 10 - Diapositive

Wat kies je?

Is het nou:

"Die meisje heeft mij een knipoog gegeven?" óf "Dat meisje heeft mij een knipoog gegeven."

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wanneer gebruik je het, dit en dat?
  • Je gebruikt het, dit en dat voor onzijdige woorden.
  • het toernooi: dit toernooi/ dat toernooi.

Slide 13 - Diapositive

Wanneer gebruik je de, deze en die?
  • Je gebruikt de, deze en die voor mannelijke en vrouwelijke woorden.
  • de beker: deze beker/die beker.

Slide 14 - Diapositive