Herhaling koude klimaten

Koude klimaten
Nutbeij presents
Landschappen in Europa
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Koude klimaten
Nutbeij presents
Landschappen in Europa

Slide 1 - Diapositive

In de bergen
Sneeuwklimaat / hooggebergteklimaat:
- hele jaar door: < 0 ⁰C 
 
 - landschap: alleen sneeuw en ijs

Slide 2 - Diapositive

Temperatuur onder 0
vaak in de vorm van sneeuw
Sneeuwklimaat

Slide 3 - Diapositive

Noorden van Europa
Toendraklimaat:
 - boomloze toendra
- < 10 ⁰C in de zomer = te koud
 voor bomen
 
 - grassen, mossen, lage struiken
- erg koud: vaak bevroren grond

Slide 4 - Diapositive

zomer gemiddeld lager is dan 10 °C, 
                  winter koud
Weinig neerslag, vaak in de vorm van sneeuw
Toendraklimaat

Slide 5 - Diapositive

Toendra
  • Boven de boomgrens -> boomloos gebied -> gras, mos, lage struikjes
  • In de poolstreek -> 66 1/2 graad NB en ZB
  • Lange winter -> 9 maanden
  • Ondergrond altijd bevroren -> permafrost
  • Korte zomer -> 3 maanden
  • Zomer -> nooit warmer dan 10 graden C -> boomgrens!
Alleen de kust van Groenland bestaat uit toendra, het binnenland is echt poolklimaat.

Slide 6 - Diapositive

Toendra: Winter
Toendra: Zomer

Slide 7 - Diapositive

Wat is "de toendra"?
A
Naaldbos in poolstreek
B
Gebied met veel landijs
C
Gebied zonder bomen in de poolstreek
D
Gebied met grassen en mossen in de gematigde streek

Slide 8 - Quiz

Vanaf welke breedtegraad kom je in het poolgebied?
A
180e breedtegraad
B
35-40e breedtegraad
C
66e breedtegraad
D
50e breedtegraad

Slide 9 - Quiz

De toendra ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 10 - Quiz

In de zomer is de bodem altijd drassig door:
A
De toendra
B
De taiga
C
De boomgrens
D
De permafrost

Slide 11 - Quiz

De toendragebieden op aarde worden bedreigd door
A
Teveel toeristen die rommel achterlaten
B
Uitsterven van de walvissen en zeehondjes
C
Broeikaseffect , opwarming van de aarde
D
Teveel sneeuwval

Slide 12 - Quiz

Welk klimaat zie je op deze klimaatgrafiek?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Sneeuwklimaat
D
Toendraklimaat

Slide 13 - Quiz

Welke twee koude klimaten zijn in het noorden van Europa te vinden?
A
Sneeuwklimaat en landklimaat
B
Sneeuwklimaat en zeeklimaat
C
Sneeuwklimaat en toendra klimaat
D
Sneeuwklimaat en steppeklimaat

Slide 14 - Quiz

In een sneeuwklimaat is het het hele jaar koud, in de zomer is het niet warmer dan 0 Celsius
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Welk klimaat hoort bij de afbeelding?
A
Taiga
B
Sneeuwklimaat
C
Toendraklimaat

Slide 16 - Quiz

In Nederland hebben wij een:
A
Landklimaat
B
Gemiddeldklimaat
C
Sneeuwklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 17 - Quiz

het hele jaar door niet warmer dan 10°C, als er neerslag valt dan is het meestal sneeuw
A
sneeuwklimaat
B
landklimaat
C
toendraklimaat
D
zeeklimaat

Slide 18 - Quiz

Welk klimaat is dit?
A
Sneeuwklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 19 - Quiz

Gemiddelde temperatuur in de koudste maand niet boven -3 graden en in de warmste maand blijft deze tussen 0 en 10 graden.
A
Toendraklimaat
B
Sneeuwklimaat
C
Hooggebergteklimaat

Slide 20 - Quiz

Landklimaat
Toendra

Slide 21 - Question de remorquage

Taiga
Toendra

Slide 22 - Question de remorquage

Taiga
Toendra
Landijs

Slide 23 - Question de remorquage