M1 NK Kapitel 4 Kapitel5

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Willkommen Mavo 1

Woche 16 - Stunde 1

Tiere

Heute

Am Ende dieser Stunde ...

• ... weet ik wat ik moet leren voor PW4
• ... kan ik dieren beschrijven.
• zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Übersicht PW4

Neue Kontake, Kapitel 4 *Tiere*  

(werkboek A)

• Wortschatz NL-D (blz. 132)
• Grammatik (blz. 133)

Neue Kontakte, Kapitel 5 *Essen* (werkboek A)

• Wortschatz NL-D (blz. 168)
• Sprachmittel (blz 169)

Je kunt dieren beschrijven: uiterlijk en karakter
Google en zoek belangrijke woorden

Je lievlingsdier  

Was ist dein Lieblingstier?

Mein Lieblingstier ist .....

Wie sieht dein Lieblingstier?

Mein Lieblingstier ist ...... und ......

Hast du ein Haustier?

Ich habe ein/kein .....

*braun und schwarz

*klein und weich

*grau und blau

*bunt

1. Lernziele

2. Grammatik

Het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd

Lernziele

• Je kent de uitgangen van de zwakke werkwoorden in het Duits. (R)
• Je kunt de zwakke werkwoorden in een bekende situatie vervoegen. (T1)
• Je kunt de grammatica in nieuwe situaties toepassen. (T2)
• Je kunt de grammatica uitleggen (in het Nederlands). (I)

Ken je al regels?

Denk aan de zinnen, die we tot nu toe hebben geleerd.

Kan je van deze zinnen al een paar regels afleiden?

Welke werkwoorden ken je al
in het Duits?

Het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd

Regels ontdekken

Kijk eens naar de volgende tekst.

Welke werkwoorden kan je zien? Schrijf alle werkwoorden én persoonlijke voornaamwoorden op!

Het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd

fe-e-st-t-en-t-en

Der Stamm

Werkwoord -en!

De stam van zwakke werkwoorden veranderd nooit!

Üben

Oefen deze vier werkwoorden met de dobbelsteen!

Video

Schrijf op, welke stammen bijzonder zijn en hoezo!

Spiel

Kijk eens naar het spelbord. 

Gooi om de beurt de dobbelsteen en vervoeg het werkwoord. 

Als het juist is, mag je blijven, als het fout is, moet je terug.

Was hast du heute gelernt?

Was machen wir in der nächsten Stunde?

Grammatik:

Het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd 

Oefeningen