taal thema 5, les 2 voegwoorden

taal thema 5, les 2 voegwoorden
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

taal thema 5, les 2 voegwoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welke voegwoorden
ken je nog meer?

Slide 4 - Carte mentale

Ik ging weg ...... het begon te regenen.
A
zolang
B
nadat
C
totdat
D
voordat

Slide 5 - Quiz

Ik poets mijn tanden ..... ik naar school ga.
A
zolang
B
nadat
C
totdat
D
voordat

Slide 6 - Quiz

We waren op vakantie ..... het regende.
A
zolang
B
nadat
C
terwijl
D
voordat

Slide 7 - Quiz

Welk voegwoord staat in deze zin?
We kampeerden in Spanje, terwijl er een hittegolf was.

Slide 8 - Question ouverte

Welk voegwoord staat in deze zin?
Zolang het mooi weer is, blijven we in Nederland. (instinker!!)

Slide 9 - Question ouverte

Welk voegwoord staat in deze zin?
We speelden buiten, totdat het donker werd.

Slide 10 - Question ouverte

Welk voegwoord staat in deze zin?
We moesten naar binnen, voordat het donker werd.

Slide 11 - Question ouverte

Welk voegwoord staat in deze zin?
Nadat ik binnenkwam, begon het te plenzen. (instinker!!)

Slide 12 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin met een voegwoord.
Jullie blijven praten. Het poolijs smelt. (terwijl)

Slide 13 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin met een voegwoord.
Het klimaat verandert. We gaan door met autorijden. (zolang)

Slide 14 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin met een voegwoord.
Het zal beter gaan met het klimaat. Alle energie wordt duurzaam. (nadat)

Slide 15 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin met een voegwoord.
We blijven hier staan. Jullie doen iets. (totdat)

Slide 16 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin met een voegwoord.
We blijven fossiele energie gebruiken. Het is te laat. (totdat)

Slide 17 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin met een voegwoord.
Er moet iets veranderen. Er komen steeds meer natuurrampen. (voordat)

Slide 18 - Question ouverte

Maak de zinnen af.
De kinderen verzamelen zich voor het gebouw, voordat....

Slide 19 - Question ouverte

Maak de zinnen af.
Ze roepen leuzen, terwijl....

Slide 20 - Question ouverte

Maak de zinnen af.
Ze blijven met hun protestbord staan, zolang...

Slide 21 - Question ouverte

Maak de zinnen af.
De ministers komen weer naar buiten, nadat.....

Slide 22 - Question ouverte

Maak de zinnen af.
We blijven demonstreren, totdat .....

Slide 23 - Question ouverte

Maak de zinnen af.
Ik doe geen uitspraak, voordat ....

Slide 24 - Question ouverte

Ik vind voegwoorden gebruiken
A
makkelijk
B
moeilijk
C
niet makkelijk en niet moeilijk

Slide 25 - Quiz