G2 préparation au test toetsweek 2 chapitre 2 et chapitre 3 D et H

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welke elementen horen bij ieder gelegenheid?

Noël

feu d'artifice

gâteau

bon anniversaire!

sapin

souffler les bougies

rudolphe 

le renne

bonne année

boules & guirlandes,

champagne

date de 

naissance

Je

Ils/elles

Vous

Nous

Il/elle/on

Tu

Verbes                -er        (regarder, parler, écouter, danser, jouer)

Verbes réguliers -er

-e

-ent

-ons

-es

-ez

-e

verbes en -er
quels verbes vous connaissez?

Geef voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden in het Frans.

Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans voor het zelfstandig naamwoord.

1. ja
2. nee
3. dat hangt van het bijv. nw. af
4. dat hangt van het zelfst.nwd. af

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan in het Frans voor het zelfstandig naamwoord ?

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

grande

grandes

grand

grands

Vul de vrouwelijke vorm in van:
bon - beau - nouveau - vieux

ils ont acheté de ________tartes (vrouwelijk meervoud)

1. bonne
2. bonnes
3. bons

Zet in de présent
Vous (aimer) Noël?

wat hoort niet in het rijtje thuis:
l' armoire - le paysage - la chaise - le lit

1. le lit
2. le paysage
3. l' armoire
4. la chaise

vertaal:
Hoe heet zij?

wat hoort niet in het rijtje thuis?
le poisson - le lapin - la tortue - l'oiseau

1. le cochon d' Inde
2. le lapin
3. le poisson
4. l' oiseau

Geef antwoord op de vraag:
Qu' est-ce que vous aimez faire ensemble?

décrivez votre chien

Zeg dat je een broer van zes jaar hebt

wat klopt niet?

1. Il a un grand frère
2. Nous habitons dans une maison petite
3. Elle est une femme formidable
4. C' est un nouveau chapitre

hoe vertaal je:
Ik vind mijn slaapkamer leuk, hij is groot

1. j' aime mon chambre, il est grand
2. j' aime ma chambre, elle est grand
3. j' aimes ma chambre, elle est grande
4. j' aime ma chambre, elle est grande

demander

donner

bavarder

regarder

chanter

danser

wat is de vertaling van verboden?

1. nul
2. content
3. interdit
4. maintenant

vertaal: heb jij een huisdier?

vertaal:
soms deel ik de badkamer

Vertaal:
ik ben het zat

vertaal: ik sta vroeg op

vertaal: ik woon in een appartement

Vertaal: wij kopen het voedsel

1. vous achetez la nourriture
2. nous achetons la nouilles
3. nous achetons la nourriture
4. nous achetons des repas

Vertaal: ik luister naar muziek

1. j' écoute de la musique
2. j' écoute du musique
3. j' ecoute de la musique
4. j' écoute musique

Wat heb je goed gedaan en wat kan je nog verbeteren, en wat snap je nog niet?