Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Dichtheid
Wat is dichtheid?
Waar herken je dichtheid?
Eerlijk vergelijken
Slide 2 - Diapositive
Dichtheid
Dichtheid:
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof
Slide 3 - Diapositive
Dichtheid (formule)
Dichtheid= massa/volume
Dus wat je nodig?
De massa
Het volume
Slide 4 - Diapositive
Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.
Slide 5 - Diapositive
Volume berekenen
Volume =
Lengte x breedte x hoogte
(Bij een wiskundige figuur zoals een balk of een kubus)
Slide 6 - Diapositive
Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode
(bij een vreemdsoortige vorm)
Slide 7 - Diapositive
Dichtheid berekenen
ρ
m
V
= dichtheid
= massa
= volume
(g)
(cm3)
(cm3g)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Binas tabel 15, 16 en 17
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Drijven en zinken
als iets een kleinere dichtheid heeft dan drijft het op een voorwerp met een grotere dichtheid.
Olie drijft op water omdat het een kleinere dichtheid heeft.
Slide 15 - Diapositive
Dichtheid
Dichtheid
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze coctail kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken.
Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen.