Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Zinken, zweven en drijven
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze coctail kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken.
Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen.
Slide 4 - Diapositive
welke vloeistof blijft op een andere vloeistof drijven?
A
de vloeistof met een grotere dichtheid drijft op die met een kleinere dichtheid
B
de vloeistof met een kleinere dichtheid drijft op die met een grotere dichtheid
Slide 5 - Quiz
Dichtheid berekenen
Slide 6 - Diapositive
Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.
Slide 7 - Diapositive
Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.
m = 324 g V = 4 x 3 x 10 = 120 cm3 ρ = m:V = 324 : 120 = 2,70 g/cm3
Dit is dus waarschijnlijk aluminium
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Proefkonijnen
De proefkonijnen gaan kijken hoe drijfzand werkt.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Opdracht
Bespreek met je buurman/buurvrouw, hoe drijfzand werkt. En waar komt de naam drijfzand vandaan? Je zinkt er immers in weg? Maar kun je er in verdrinken?
Slide 13 - Diapositive
Asterix en Obelix
Kijk nog eens terug naar de eerste slide met Asterix en Obelix. Bespreek met elkaar hoe het kan zijn dat Obelix blijft drijven in de Dode Zee.
Slide 14 - Diapositive
Oefenopdrachten
Hierna vind je een aantal oefenopdrachten voor dichtheid.
Slide 15 - Diapositive
GGO
Jantje koopt een gouden ketting en wilt weten of de ketting van echt goud is. Hij weegt de ketting en deze heeft een massa van 116 gram. Via de onderdompelingmethode heeft hij bepaald dat het volume 6 cm3 is. Formule m = V • ρ V = m / ρ ρ = m / V
Slide 16 - Diapositive
Bereken de ρ
1) 273 g - 26 cm3
2) 249 g - 15 cm3
3) 462 g - 44 cm3
4) 630 g - 60 cm3
5) 498 g - 30 cm3
Slide 17 - Diapositive
Diagram
Geef de meetresultaten aan in een diagram zoals deze.
Slide 18 - Diapositive
Vragen
a) Beredeneer welke voorwerpen van dezelfde stof kunnen zijn.
b) Toon aan of een of meerdere voorwerpen van zilver zijn.