Dag 4

• Taal
• ISK
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute alfa-a

Thema 4 - eten - dag 4

gezond

• zich goed voelen
• geen klachten hebben
• gezond <> ongezond
• zin: Mijn oma is tot het eind van haar leven gezond gebleven. 
• zin: Fruit eten is gezond. 

22

het glas

• voorwerp van glas om uit te drinken
• het glas - de glazen 
• zin: Ik drink water uit een glas.  
• zin: De glazen staan in de kast. 

23

gratis

• voor iets dat gratis is hoef je niet te betalen 
• zin:  In sommige landen is het onderwijs gratis. 
  
• zin: De tweede zak appels is gratis. 

24

de groente

• Sla, tomaat, broccoli, prei zijn soorten groenten.
• de groente - de groenten
• zin: Groente is heel gezond.
• zin: Elke dag 250 gram groente is goed.

25

hard

• heel erg stevig
• heel erg vast
• hard < > zacht
• zin: De schil van de kokosnoot is hard.
• zin: De vloer is hard.

26

in

• voorzetsel
• in < > uit
• zin: De noten zitten in de yoghurt.
• zin: De leerlingen zitten in de klas. 

27

de jam

• is gemaakt van fruit
• is vaak zoet
• zit in een glazen pot
• je smeert de jam
• zin: Ik doe jam op mijn brood.
• zin: De jam plakt.

28

Wat is gezond?

22

1. fruit en groente eten
2. sporten
3. slapen
4. ontspannen en chillen

Wat is goed?

23

1. het glas - de glazen
2. de glas - de glazen
3. het glas - de glassen
4. de glas - deglassen

de groente

het fruit

Wat betekent

gratis?

24

1. Je betaalt geen geld.
2. Het kost niks.
3. Je mag het lenen.
4. Je betaalt een euro.

Wat is dit?

28

De buitenkant van de kokosnoot is ...............
Maar ............. de kokosnoot zit kokosmelk.
Dat is heerlijk om te .......................................

26+27+14

1. zacht - uit - eten
2. harig - binnenin - drinken
3. hard - in - drinken
4. hard - onder - drinken