Nakijken blz 92 opdr 8 en 9

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Nakijken blz 92 opdr 8 en 9

8a. Wat voor mobiele telefoon heb jij?
Wat voor =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8b Het vroor dat het kraakte.
Het =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8c Waarom zijn niet alle bananen krom?
Alle =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8d Wie weet wie de dader is, moet het zeggen.
1e wie =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8e Welke vakantiebestemmingen zijn dit jaar populair?
Welke =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8f Iets wat niemand weet, is dat ik Repelsteeltje heet.
Iets en niemand =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8g Sommigen zijn altijd de pineut.
Sommigen =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8h Hij vroeg zich af waarom iedereen een dansje deed.
Iedereen =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

8i Mezen komen veel voor, maar welke zie je het meest?
Welke =

1. Vragend voornaamwoord
2. Onbepaald voornaamwoord

9a Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?
1e wie =

1. Vragend voornaamwoord
2. Betrekkelijk voornaamwoord
3. Onbepaald voornaamwoord
4. Aanwijzend voornaamwoord

9a Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?
het =

1. Onbepaald voornaamwoord
2. Vragend voornaamwoord
3. Betrekkelijk voornaamwoord
4. Persoonlijk voornaamwoord

9a Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?
2e wie =

1. Onbepaald voornaamwoord
2. Betrekkelijk voornaamwoord
3. Vragend voornaamwoord

9b We zijn nog steeds benieuwd naar uw opinie.
We =
Uw =

1. Bez/pers
2. Pers/bez
3. Wederkerend/pers
4. Wederkerig/bez

9c Red me! Riep hij uit.
Me =
Hij =

1. Wederkerend/pers
2. pers/wederkerend
3. Bez/wederkerend
4. Pers/bez