t6 les 1

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet wat beeldspraak is.
- Je kunt de volgende vormen herkennen:
  • de metafoor;
  • personificatie
  • en vergelijking. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Beeldspraak

Slide 4 - Carte mentale

Wie kan een voorbeeld noemen van beeldspraak?

Slide 5 - Question ouverte

Metafoor
Een metafoor is een stijlfiguur, waarbij je figuurlijk taalgebruik centraal stelt. 

* laten we het vergeten --> zand erover. 

* Thuis is fijn --> Veilige haven.

Slide 6 - Diapositive

Personificatie
Hierbij worden levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen menselijke eigenschappen toegekend. 

* koplampen --> kijken je aan als gloeiende ogen. 

* Het oude gebouw met de vele ramen --> de ramen leken op ogen, die hem aan leken te staren. 

Slide 7 - Diapositive

Vergelijking
Hierbij wordt er specifiek een overeenkomst genoemd tussen het onderwerp en iets anders. 
Hierbij gebruikt men vaak de woorden: als, zoals of gelijk. 

* Zo rood als wijn
* Zo scheef als de toren van Pisa
* Een hart van goud.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Uitleg opdracht

Kies een gedicht of een songtekst uit, waar je beeldspraak in herkent. 
Je gaat in het document invullen welke beeldspraak je herkent en wat dit betekent. 
Tot slot geef je aan wat beeldspraak volgens kan doen voor de tekst. 

Slide 10 - Diapositive

Ik kan beeldspraak herkennen
Ja
soms
Nee

Slide 11 - Sondage

Ik weet wat een metafoor is
Ja
Een beetje
Nee

Slide 12 - Sondage

Ik weet wat personificatie is
Ja
Een beetje
Nee

Slide 13 - Sondage

Ik weet wat een vergelijking is
Ja
Een beetje
Nee

Slide 14 - Sondage