Thema 4 4.6 Bevruchting

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom
Je hebt 30 minuten een online biologie les.
We werken aan thema 4: voortplanting

Slide 2 - Diapositive

Lesindeling
Lesopening
Uitleg bevruchting
Oefenen
Lesafsluiting

Slide 3 - Diapositive

Lesopening

Slide 4 - Diapositive

Noem 4 begrippen
uit thema 4

Slide 5 - Carte mentale

Uitleg 4.6: bevruchting

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
12 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
13 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
14 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.


Slide 7 - Diapositive

Bevruchting
Als een zaadcel de eicel na de ovulatie bevrucht, kan de eicel in leven blijven. 
De bevruchte eicel kan in de baarmoeder uitgroeien tot een kind.

Slide 8 - Diapositive

Bevruchting

Slide 9 - Diapositive

  • De bevruchting van een eicel door een zaadcel vindt plaats in een eileider
  • Bij bevruchting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.

Slide 10 - Diapositive

Innesteling

De bevruchte eicel gaat zich meteen een aantal keren delen.
Het klompje cellen dat zo ontstaat, wordt via de eileider vervoerd naar de baarmoeder. Het baarmoederslijmvlies is na de ovulatie erg dik en bevat veel bloedvaten. Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder. Dat heet innesteling.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Zwangerschap
is de toestand waarin een vrouw een bevruchte eicel, en vervolgens embryo en foetus, in zich draagt.

Duurt 9 maanden
Eerste fasen in zwangerschap cruciaal/extreem belangrijk!!

Slide 14 - Diapositive

Embryo
  • 0-11 weken
  • De embryonale fase is een kwetsbare en belangrijke periode voor de ontwikkeling. 
  • Aanleg van de organen plaats
  • De term ‘embryo’ komt van het Oudgriekse woord émbruon, wat ongeboren vrucht betekent.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Foetus
  • Vanaf 11 weken tot bevalling
  • Foetus komt van het Latijnse woord fetus, wat ‘het voortbrengen van een jong’ betekent

Slide 17 - Diapositive

Vruchtwater

Slide 18 - Diapositive

Placenta

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Bevruchting vindt plaats in de baarmoeder
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Een eicel kan door meerdere zaadcellen bevrucht worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Een baby van 7 week noemen we een embryo
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Innestelling vindt plaats in het baarmoederslijmvlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Je gaat lezen 4.6.
Je bekijkt een filmpje: komt in huiswerk te staan. 
Volgende les gaan we verder met de andere twee leerdoelen.

Slide 25 - Diapositive

Lesafsluiting
Heb je nog vragen?

Slide 26 - Diapositive