12.2 Longventilatie

Longventilatie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Longventilatie

Slide 1 - Diapositive

12.2
Reflectievragen:
1. Is in de longen de pCO2 hoog of laag?
2. Is in de weefsels de temperatuur relatief hoog of laag?
3. Hoeveel zuurstofatomen kan 1 hemoglobine molecuul binden?
4. Op de afbeelding is de verzadigingskromme van de hemoglobine van twee verschillende vissoorten gegeven. Welke vissoort leeft waarschijnlijk in zuurstofarm water? 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
  • Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
  • Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.

Slide 3 - Diapositive

Borstholte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Borstademhaling

Slide 6 - Diapositive

tijdens een inademing is de druk in de longen......dan de buitenlucht
A
groter
B
gelijk
C
kleiner

Slide 7 - Quiz

Buikademhaling

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Een turnster hangt ondersteboven aan een rekstok.

Bij bepaalde adembewegingen gebruikt zij in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat.
Welke adembewegingen kosten in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat en even frequent ademt?
A
inademing bij zowel de rib- als de middenrifademhaling
B
inademing bij de ribademhaling en uitademing bij de middenrifademhaling
C
uitademing bij de ribademhaling en inademing bij de middenrifademhaling
D
uitademing bij zowel de rib- als de middenrifademhaling

Slide 10 - Quiz

Ademhaling regelen
  1. Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten
  2. Impulsen naar ademcentrum in hersenen
  3. Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De borstademhaling begint met
A
samentrekken buitenste tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
Samentrekken binnenste tussenribspieren

Slide 14 - Quiz

De buikademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
vergroting van de longen

Slide 15 - Quiz

Tijdens een uitademing is de druk in de longen......dan de buitenlucht
A
groter
B
gelijk
C
kleiner

Slide 16 - Quiz

Luchtdrukdaling in de longen kan worden veroorzaakt worden door...
A
samentrekken middenrif
B
veerkracht van longweefsel
C
samentrekken buikspieren
D
ontspanning borstspieren

Slide 17 - Quiz

Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Ademvolume Binas 83B

Slide 20 - Diapositive

1
5
6
7
B. Vitale capaciteit
A. Ademvolume
D. Restvolume
C. Longvolume

Slide 21 - Question de remorquage

1. Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
2. Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
5. Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
3. Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
4. Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
7. Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
6. Totale inhoud van de longen
A. Vitale capaciteit
B. Inspiratoir reservevolum
C. Ademvolume
D. Restvolume
G. Expiratoir reservevolume
E. Dode ruimte
F. Longvolume

Slide 22 - Question de remorquage

Bij een klaplong is er sprake van een gaatje of scheurtje in het longweefsel. Dit weefsel trekt zich vervolgens door zijn elasticiteit samen. Er stroomt lucht vanuit de long in de ruimte tussen longvlies en borstvlies.
Iemand die een klaplong heeft, gaat al bij geringe inspanning hijgen.

Waardoor wordt dit hijgen vooral veroorzaakt?
A
doordat de concentratie koolstofdioxide in het bloed hoger word
B
doordat de concentratie zuurstof in het bloed lager wordt
C
doordat de dissimilatie in de tussenribspieren wordt gestimuleerd
D
doordat de dissimilatie in de hartspier wordt gestimuleerd.

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Met het maken van opdrachten 16 t/m 21


timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Iemand heeft een klaplong. De andere long is normaal. Tijdens de inademing wordt aan de kant van de klaplong de druk in de ruimte tussen longvlies en borstvlies vergeleken met de druk in de klaplong.

Is er tijdens de inademing een verschil in druk? Zo ja, waar is de druk het laagst?
A
Er is geen verschil in druk.
B
De druk is het laagst in de ruimte tussen longvlies en borstvlies
C
De druk is het laagst in de klaplong.

Slide 25 - Quiz

Exit ticket
1. Welke spieren trekken samen bij de borstademhaling (Inademing)
2. Welke spieren trekken samen bij de buikademhaling (inademing)
3. Welke prikkel zorgt voor een verhoging van de ademhalingfrequentie?

Slide 26 - Diapositive

Context: Mijn lichaam heeft geen energie meer 
Maak opdracht 21 en 22!

Na 10 minuten gaan we bespreken.
timer
10:00

Slide 27 - Diapositive