k1b 4 oktober 2022

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Basisstof 3 De mens

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende typen ontwikkeling bij de mens beschrijven
  • Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de leeftijden en kenmerken

Slide 5 - Diapositive

Ontwikkeling van de mens
De mens ontwikkelt zich ook
  • lichamelijke ontwikkeling
  • geestelijke ontwikkeling
  • motorische ontwikkeling

Slide 6 - Diapositive

Lichamelijke ontwikkeling
Verandering in de bouw van een organisme

Slide 7 - Diapositive

Geestelijke ontwikkeling
De geestelijke ontwikkeling verandert: 

  • Verstand / begrip

  • Gevoelsleven

  • Karakter

Slide 8 - Diapositive

Motorische ontwikkeling
Bijvoorbeeld:

- kruipen
- lopen
- fietsen

maar ook:
leren schrijven, huppelen, een salto maken ......

Slide 9 - Diapositive

Hierna volgen 7 vragen over de uitleg!

Slide 10 - Diapositive

Motorische ontwikkeling
lichamelijke ontwikkeling
geestelijke ontwikkeling
ontwikkeling van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid
het leren van bewegingen
het optreden van veranderingen in het lichaam van een mens

Slide 11 - Question de remorquage

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

Jasper leert lopen.
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling

Slide 12 - Quiz


Tanden wisselen
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling

Slide 13 - Quiz


De baby herkent zijn oma.
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling

Slide 14 - Quiz

Bij welk type ontwikkeling ontstaat er baardgroei
A
Lichamelijke
B
Geestelijke
C
Motorische
D
Alle drie

Slide 15 - Quiz

Bij welk type ontwikkeling leer je fietsen?
A
Lichamelijke
B
Geestelijke
C
Motorische
D
alle drie

Slide 16 - Quiz

In de puberteit wordt je vaak voor het eerst verliefd. Dit is een voorbeeld van:
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Sociale ontwikkeling

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Hierna volgen 4 vragen over levensfasen!

Slide 19 - Diapositive

een levensfase is..
A
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen veranderen
B
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen groeien
C
een periode in een mensenleven waarin je je hersenen ontwikkelen
D
een periode in een mensenleven waarin je lichaam verandert

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, schoolkind, adolescent, puber, volwassene, ouder
B
Baby, kleuter, peuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene, ouder
C
Baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene, ouder
D
Baby, kleuter, peuter, schoolkind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Slide 21 - Quiz

De levensfase van een baby duurt..
A
0-1 jaar
B
0- 5 maanden
C
0-1.5 jaar
D
0-2 jaar

Slide 22 - Quiz

Welke geestelijke ontwikkeling hoort er bij een puber
A
Leren praten
B
Emoties een naam geven
C
Seksuele voorkeur ontwikkelen
D
Leren fietsen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Basisstof 1.4 Voedsel maken

Slide 26 - Diapositive

leerdoelen 1.4
Aan het einde van de les:
  • weet je dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaat voor dieren en mensen
  • kan je aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel

Slide 27 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Om te leven heb je voedsel nodig.
Planten maken voedsel voor alle organismen.
Ook voor zichzelf.


Slide 28 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Je eet een boterham met kaas en tomaat.

Is voor dit eten een plant nodig?

Slide 29 - Diapositive

De boterham (brood) is gemaakt van tarwe.
Tarwe is het zaad van een plant.
Ook de tomaat komt van een plant.

De kaas is gemaakt van melk. Melk komt van een koe.
Een koe is geen plant. Maar een koe eet wel planten (gras).
Dus voor melk zijn ook planten nodig.




Slide 30 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Als je dus denkt aan de boterham met kaas en tomaat, komt al je voedsel van planten.

Mensen en dieren hebben altijd planten nodig voor hun voedsel.


Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Mensen en dieren moeten eten om in leven te blijven.
Planten hoeven geen andere organismen te eten.
Zij maken hun eigen voedsel.
Dat doen ze in hun bladeren.

In de bladeren van planten vindt fotosynthese plaats.



Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

1.4 Voedsel maken
In het vorige filmpje wordt iets verteld over de fotosynthese.
Je hoeft niet alles hiervan te weten.

Wat je wel moet weten, leg ik uit op de volgende bladzijde (en staat ook in je boek)

Slide 35 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
In de bladeren van planten vindt fotosynthese plaats.
Daarmee maakt een plant voedsel voor zichzelf.

Voor fotosynthese is licht nodig.
Fotosynthese vindt dus alleen plaats als het licht is (overdag).





Slide 36 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Bij fotosynthese ontstaat de stof glucose (een soort suiker).
De glucose is voedsel voor de plant.

Mensen en dieren kunnen niet hun eigen voedsel maken.
Zij eten andere organismen (o.a. planten) om in leven te blijven.


Slide 37 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Bij fotosynthese ontstaat ook zuurstof.
Hierdoor komt er steeds nieuwe zuurstof in de lucht.

Mensen en dieren ademen deze zuurstof in. Zonder zuurstof kunnen wij niet leven.
Fotosynthese is daarom erg belangrijk voor het leven op aarde.

Slide 38 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Mensen eten delen van een plant als voedsel.

De meeste groente die we eten zijn de bladeren van planten.
Soms eten mensen ook de bloemen van planten.


Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive