Voorbereiding toets H3/4 --> grammatica spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

- jullie weten wat het verschil is tussen een directe en indirecte rede en kunnen dit zelf duidelijk maken. 

 - jullie weten welke tussenletter je moet gebruiken in een samenstelling (-e-, -en-, -s-)

Doel: jullie zijn voorbereid op de toets grammatica/formuleren en spelling H3 en 4 

Pak je aantekeningenschrift erbij

- jullie herkennen het verschil tussen hoofd- en bijzinnen en kunnen deze benoemen.

- jullie weten hoe je getallen noteert 
 

                Directe en indirecte rede

    Lees de aantekeningen bij dit onderdeel

Zet de zin in indirecte rede:
Toen zei ze tegen me: 'Ik wil je nooit meer zien.'

Zet de zin in indirecte rede:
‘Waar woon jij?’ vraagt de vader van mijn vriend aan mij.

Zet in de directe rede:
Dave vraagt wat ik drink.

Zet in de directe rede:
Het eerste wat hij zegt is dat ik laat ben.

                         Tussenletters

    Lees de aantekeningen bij dit onderdeel

Tussenletter -s?

najaar...storm

1. Ja
2. Nee

Tussenletter -s?

staat...schuld

1. Ja
2. Nee

Welk woord is goed gespeld?

1. kattebak
2. kattenbak

Welk woord is goed gespeld?

1. keuzepakket
2. keuzenpakket

Welk woord is goed gespeld?

1. reuzenmop
2. reuzemop

Welk woord is goed gespeld?

1. bessesap
2. bessensap

                       Hoofd- en bijzinnen

    Lees de aantekeningen bij dit onderdeel

Om welke combinatie gaat het?

Wie aan mijn vriendje zit, zal ik een waarschuwing geven.

1. BZ + HZ
2. HZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

Om welke combinatie gaat het?

Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.

1. BZ + HZ
2. HZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

(hoewel) De bomen zijn nog gezond. Ze worden toch gekapt.

Hoewel de bomen nog gezond zijn, worden ze toch gekapt.
Het voegwoord staat voor een...

1. hoofdzin
2. bijzin

(toen) Er werd een marathon gehouden. We moesten flink omfietsen.

Toen er een marathon werd gehouden, moesten we flink omfietsen. Het voegwoord staat voor een...

1. hoofdzin
2. bijzin

                      spelling getallen

    Lees de aantekeningen bij dit onderdeel

Dat cafeetje op de hoek heeft
(...) stoelen op het terras staan.

1. 26
2. zesentwintig

Ik ben jarig op (...) april en dat is geen grap!

1. 1
2. één

Er mogen (...) mensen in de bioscoopzaal zitten.

1. 30
2. dertig

Wat zou je doen met (...)
euro?

1. 2 miljoen
2. 2.000.000
3. twee miljoen

Wereldwijd waren (...)
mensen besmet.

1. 357 duizend
2. 357.000

                       Bezitsvorm

    Lees de aantekeningen bij dit onderdeel

Wat is goed?

1. Miekjes winkel
2. Miekje's winkel

Wat is goed?

1. Bella's tas
2. Bellas tas

Wat is goed?

1. Alex's tv
2. Alex tv
3. Alex' tv

Wat is goed?

1. DJ's schrift
2. DJs schrift