Possessive 'of' & Much/many

Welcome Back!
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome Back!

Slide 1 - Diapositive

Today's Menu
- Intro
- Lesdoel
- Herhaling Possessive "of"
- Instructies: Possessive - Much & Many
-Zelfstandig werken
- Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Intro
In deze les herhalen wij in het kort The Possessive.

Wij gaan verder met het onderdeel Much & Many


Als de LessonUp klaar is krijg je van mij een stencil om zelfstandig te oefenen.
Heel veel succes!

Slide 3 - Diapositive

Possessive 'of' / much & many
Aan het eind van deze les kun jij:

- De Possessive 'of' goed gebruiken

- Het verschil aangeven tussen Much & Many
- Much & Many in simpele zinnen gebruiken

Slide 4 - Diapositive

Herhaling!
Remember, remember: the 's

-> Bezit van 1 persoon/dier/land: John's car
-> Bezit van meerdere: My parents' house
-> Uitzonderingen mv: The children's classroom
-> Tijd: Yesterday's newspaper

Slide 5 - Diapositive

This lesson: Possessive met 'of'
Als het gaat om 'dingen van dingen' gebruik je 'of':

The name of the game is Super Mario
The title of the book is The Shining
The door of the classroom
The keys of the laptop

Slide 6 - Diapositive

Green only :)
Vertaal: Het dak van de school
A
The roof of the school
B
The roof from the school
C
The school's roof
D
The schools' roof

Slide 7 - Quiz

Green only :)
Vertaal: de deur van de auto
A
The door from the car
B
The car's door
C
The door of the car
D
The car of the door

Slide 8 - Quiz

Green only :)
Vertaal: De hoek van de straat
A
The street's corner
B
The corner of the street
C
The corner from the street
D
The street of the corner

Slide 9 - Quiz

Purple only! :)
Vertaal: Het dak van de school

Slide 10 - Question ouverte

Purple only! :)
Vertaal: De deur van de auto

Slide 11 - Question ouverte

Purple only! :)
Vertaal: De hoek van de straat

Slide 12 - Question ouverte

Much and Many
What do these words mean?

Slide 13 - Diapositive

Much and Many
What do these words mean?
Much + Many betekenen beide 'veel'

Much gebruik je als je het woord dat erna komt NIET kan tellen.

Many gebruik je als je het woord dat erna komt WEL kan tellen.

Slide 14 - Diapositive

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 15 - Diapositive

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 16 - Quiz

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 17 - Quiz

Much:

Woorden die je niet kan tellen (er kan geen 1, 2, 3 voor)

I don't have much knowledge about cars. 

I had so much fun yesterday!
Many:

Woorden die je kan tellen (er kan wel 1, 2, 3 voor)

Many teenagers like the game Fortnite

I don't know how many episodes I watched.

Slide 18 - Diapositive

Translate:
Veel koeien (use much/many)

Slide 19 - Question ouverte

Translate:
Veel zelfvertrouwen (use much/many)

Slide 20 - Question ouverte

Translate:
Veel geld (use much/many)

Slide 21 - Question ouverte

Translate:
Veel bloemen (use much/many)

Slide 22 - Question ouverte

Telbare woorden krijgen 'many'
Met telbare woorden worden woorden bedoeld waar je '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Table is telbaar (one table, two tables, enz)
Apple is telbaar (I have three apples)
Laptop is telbaar (there are more than 20 laptops in this room)

Slide 23 - Diapositive

Telbare woorden krijgen 'many'
Alle woorden die je kan tellen krijgen 'many' als je 'veel' wilt aangeven. 

There are many children in this classroom. 
I have many books at home
There are many people in the world

Slide 24 - Diapositive

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 25 - Quiz

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 26 - Quiz

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 27 - Quiz

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 28 - Quiz

Zelfstandig werken
Complete the sentences. Choose between much and many.
1.  We didn't have ..... time to see everything at the zoo.
2. How .... food should our cat get every day?
3. There aren't .... places where you can spot these elephants.
4. Why is my dog drinking so .... water?
5. How ...  fish do you keep in your aquarium?
6. There aren't....  plants in our garden.











timer
6:00

Slide 29 - Diapositive

I can use the possessive 'of'
(ik kan bezit met 'of' gebruiken)
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

I know the difference between much & many
(ik ken het verschil tussen much & many)
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

I can use much & many in simple sentences
Ik kan much & many in simpele zinnen gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Ik wil hier graag een extra instructie over
Ja
Nee

Slide 33 - Sondage