6 en 7 maart- 8.5 Feminisme en Een wereld gewonnen! Een geweten verloren?

8.4.3 Vrouwen strijden voor hun rechten 
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

8.4.3 Vrouwen strijden voor hun rechten 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat het feminisme is en waarom het wordt beschouwd als een emancipatiebeweging 
- Je kunt benoemen wie de voortrekkers van de feministische beweging waren 

Slide 2 - Diapositive

Wat houdt confessionelen, liberalen en socialisme in? En tot welke stromingen worden ze gerekend?

Slide 3 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met de restauratie?

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn emancipatiebewegingen?

Slide 5 - Question ouverte

Feminisme
Politiek-maatschappelijke stroming/emancipatieweging: 
Feminisme

1870-1920:
1e feministische golf
Strijden voor gelijkheid op het gebied van arbeid, scholing en kiesrecht

Slide 6 - Diapositive

Aletta Jacobs
Voorvechtster vrouwenrechten
1871: speciale toestemming om te studeren
1e vrouwelijke arts

1874: richt met Wilhelmina Drucker
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht op

1919: Algemeen vrouwenkiesrecht

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Noem 2 zaken waarvoor Aletta Jacobs zich inspande

Slide 9 - Question ouverte

Rol vrouwen
Dubbele moraal:
(betaalde) arbeid vrouwen

Handelingsonbekwaam

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Leg uit wat het begrip feminisme betekent

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Fenna Mastenbroek (1788–1826) was in haar tijd een populaire Nederlandse schrijfster van romans, korte verhalen en gedichten. In het voorbericht van haar Lectuur voor vrouwen schreef Fenna:
"Voor mannen te schrijven is minder mijn taak, omdat daartoe veelal een geleerdheid wordt gevorderd, welke ik niet bezit, en die ook, volgens 't algemeen oordeel, geen sieraad der vrouw is."

Leg uit dat Fenna niet gezien kan worden als voorloper van het feminisme.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Voor de wet was de vrouw 'handelingsonbekwaam' en ondergeschikt aan de man. Toon, met een verwijzing naar de bron aan, dat de tekenaar onderscheid maakt in de positie van de vrouw tussen
formele (wettelijke) handelingsonbekwaamheid en
informele (dagelijkse praktijk) handelingsonbekwaamheid.

Slide 16 - Question ouverte

8.5 Een wereld gewonnen! Een geweten verloren?
Modern Imperialisme

Slide 17 - Diapositive

Verschil kolonisatie en imperialisme
Kolonisatie (16e eeuw)
Handelsposten / plantagekoloniën

Modern imperialisme (19e eeuw)
Hele kolonies bezetten en besturen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Economische oorzaken:
Industriële revolutie
- vraag naar grondstoffen
- afzetmarkten nodig

Slide 20 - Diapositive

Politieke en culturele oorzaken:
Politiek
Nationalisme: kolonies geven macht en aanzien
Kolonies geven een politieke en militaire machtsbasis in de wereldpolitiek. 

Cultureel
Christendom verspreiden

Slide 21 - Diapositive

Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 22 - Quiz

Kenmerken Modern Imperialisme
A
Periode 1870-1900 waar niet Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika willen veroveren
B
Periode 1870-1970 waar Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika willen veroveren
C
Periode 1870-1900 waar Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika willen veroveren
D
Periode 1870-1900 waar Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Australië willen veroveren

Slide 23 - Quiz

Wat is een gevolg van het modern imperialisme?
A
Racisme ontstaat
B
Europa zoekt grondstoffen
C
Europa is technisch sterker

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Er veranderde veel in Afrika en Azië: 
  • Alle binnenlanden kwamen nu ook onder Europees bestuur
  • Moederland (dus kolonisator: Europees land) investeerde in technische middelen (bv telegraaf) en infrastructuur (bv spoorwegen).
  • Er werden fabrieken gesticht.

Slide 26 - Diapositive

  • Banken, verzekeringsmaatschappijen werden gesticht.
  • Europese cultuur was superieur. 

Filmpjes TVG

Slide 27 - Diapositive

Conferentie van Berlijn
Vanaf 1870 was er een wedstrijd voor zoveel mogelijk kolonies: wedloop om Afrika.
1884: Conferentie van Berlijn
Wanneer bezat je een kolonie:
  • Functionerend bestuur
  • Er moet voldoende militaire aanwezigheid zijn.
  • Christelijke missie opzetten.

Slide 28 - Diapositive

Europa wilde onderling geen oorlog beginnen! Modern imperialisme oorzaak WOI

Afrika zelf had niets te zeggen of in te brengen.
Het plaatselijk bestuur bleef bestaan en moest de bevelen van het moederland (kolonisator) uitvoeren.

Slide 29 - Diapositive

Fashoda incident:
Frankrijk wilde een koloniaal rijk van oost naar west. G-B wilde een koloniaal rijk van noord naar zuid.
Ze kwamen elkaar tegen in Fashoda.
Gevolg: bijna een Europese oorlog.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Fashoda
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
aanzien
achterstand
Afrika
afzetmarkten
Azië
beschaving
culturele
etnische
Eerste Wereldoorlog
economische
expansie
handel
industrie
koloniën
modern imperialisme
nationalisme
grondstoffen
politieke
producten
religieuze
spanningen
wedloop

Slide 32 - Question de remorquage

Betekenis van Modern Imperialisme
Europa:
  • In Europa groeide de economie: Kapitaalvorming en industrialisatie kreeg een impuls door de aanvoer van nieuwe grondstoffen en afvoer naar koloniale afzetmarkten.
  • Er ontstonden spanningen tussen Europese landen. (oorzaak WOI).

Slide 33 - Diapositive

Gevolgen voor Afrika en Azië: 


  • Monocultuur: afhankelijkheid van 1 product
  • Nieuwe besturen met de autochtone bevolking (tegenstellingen!!) Ook in het leger autochtone bevolking.
  • Aanleg infrastructuur (wegen en spoorwegen)
  • Bestuur was autoritair en gericht op rust.

Gevolg: afhankelijkheid van het moederland, uitputting landbouw en hongersnood.

Slide 34 - Diapositive

Cultureel imperialisme:
Europa moet de wereld overheersen om er beschaving te brengen.
1899: The white's  man's burden (Kipling)

Slide 35 - Diapositive

"Het modern imperialisme kwam door de industrialisatie in Europa"
"Modern imperialisme was een gevolg van de white man's burden"
A
alleen uitspraak 1 klopt
B
alleen uitspraak 2 klopt
C
geen van de uitspraken kloppen
D
beide uitspraken kloppen

Slide 36 - Quiz

Welk KA hoort NIET bij tijdvak 8?
A
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
B
de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
C
voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
D
de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 37 - Quiz

Azië en Afrika
economisch
GB en Frankrijk
invloedssferen
koloniaal
nationalisme
protectoraat
modern imperialisme
superioriteitsgevoel

Slide 38 - Question de remorquage

De kolonie Nederlands- Indië:
VOC: opgericht in 1602
failliet in 1799.

1824: koning Willem I richt Nederlandsche Handelsmaatschappij op (NHM).
Heel Indië onder controle NL

1830: cultuurstelsel: econ systeem dat Ned.-Indië verplichtte om gewassen te produceren voor de export: Filmpje TVG 

Slide 39 - Diapositive

  • Meer dan 1/5 van de grond en de vruchtbaarste grond werden gebruikt. 
  • Cultuurprocenten: Beloning voor een hogere opbrengst: daardoor grote druk bij de bevolking.
  • Was de opbrengst te laag: Landrente of koloniale herendiensten.
  • Minder grond voor basisvoedsel: gevolg: voedseltekorten en hongersnood.

Batig Slot= Winst van het cultuurstelsel

Slide 40 - Diapositive

Er kwam ook kritiek:
  • 1860 Max Havelaar: kritiek op de wreedheid van het bestuur en de slechte behandeling van Indiërs.  TVG: filmpje Max Havelaar (1860)
  • 1879: Voogdijgedachte: Nederland zou voor Ned.-Indië zorgen en de bevolking moeten opvoeden en zorgen voor beschaving.
  • 1899: Ereschuld: 190 miljoen: voor infrastructuur, irrigatie en onderwijs.

Slide 41 - Diapositive

Ethische politiek 1901
  • irrigatie: verbeteren landbouwomstandigheden: irrigatieprojecten, landbouweducatie en kredietvoorzieningen.
  • Educatie: welvaart en zelfstandigheid en westerse beschaving ideeën met als doel zelfbestuur.
  • Emigratie: Van Java (overbevolking) naar andere eilanden.
Voedseltekort bleef maar er ontstond zelfbewustzijn wat leidde tot verzet tegen  NL. 

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Hoe werkt het cultuurstelsel
A
Je mag je eigen stukje grond houden
B
1/5 deel verplicht verbouwen voor de Nederlanders
C
Specerijen verbouwen voor de Nederlanders
D
handelsmonopolie opbouwen

Slide 44 - Quiz

Multatuli was een voorstander van het cultuurstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van ethische politiek?
A
Geld geven aan boeren voor betere gewassen
B
Betere lonen
C
Bouwen van bruggen
D
Stichten van dorpsschooltjes

Slide 46 - Quiz

Noem 3 dingen die je uit deze paragraaf geleerd hebt.

Slide 47 - Question ouverte

Wat wil je graag nog een keer uitgelegd hebben?

Slide 48 - Question ouverte

Slide 49 - Diapositive