Formatieve toets circulatie lesweek 1 t/m 5

ontwikkelings gerichte toets 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

ontwikkelings gerichte toets 

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
Vragen en sleepvragen afwisselend
Onderwerpen als circulatie, bloedgroep, kransslagaders etc. komen aan bod. (niet alles is in de les behandeld, jullie hebben in het opdoen van relevante kennis rondom circulatie ook een eigen verantwoordelijkheid, zoals het doorlezen van de MODULE ;) )

Slide 2 - Diapositive

Doel
Testen kennis VAFAT
Wat weet ik, waar sta ik, waar heb ik nog verdieping nodig?

Slide 3 - Diapositive


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 4 - Quiz

Een hartcyclus is een bepaalde volgorde van gebeurtenissen die optreden in de tijd tussen de ene hart slag en de volgende. Waarmee start elke normale hartcyclus?
A
Actiepotentiaal in de sinusknoop
B
Actiepotentiaal in de AV knoop
C
Actie potentiaal in de bundel van His
D
Actiepotentiaal in de Purkinje-vezels

Slide 5 - Quiz

Het hart bevindt zich in de?
A
Thorax, achter het sternum
B
Buikholte, in het mediastinum
C
Buikholte, boven het diafragma
D
Thorax, onder het diafragma

Slide 6 - Quiz

Het hart ligt:
A
Op het diafragma
B
In de borstholte
C
Achter het sternum
D
Alle bovengenoemde antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurd er met je hart tijdens een hartinfarct?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen slagaders en aders?

Slide 9 - Question ouverte

De bloeddruk wordt uitgedrukt in systolische en diastolische bloeddruk. Leg beide uit.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom is de bloedsomloop belangrijk?

Slide 12 - Question ouverte

Aders
Slagaders
Haarvaten
Naar het hart toe (meestal zuurstofarm)
Van het hart af (meestal zuurstofrijk)
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Slide 13 - Question de remorquage

Slagaders
Aders
Naar het hart toe
Van het hart af
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Spierwand
Kleppen

Slide 14 - Question de remorquage

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten. 

Wat geeft elke letter aan? 
Aorta
Kransslagader
Longslagader
Rechterboezem

Slide 15 - Question de remorquage

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 16 - Question de remorquage

Slagader
Ader
Hart
Zuurstofarm bloed transporteren naar de longen.

De pompfunctie om het bloed te laten circuleren voor het transport. 
Zuurstofrijk bloed transporteren naar de weefsels.

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe stroomt het bloed door je hart? Zet de verschillende onderdelen in de juiste volgorde.  Begin bij de rechterboezem.

rechterboezem
longen
linkerkamer
longader
Linkerboezem
longslagader
rechterkamer

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is hypotensie?

Slide 19 - Question ouverte

Wat wordt er op een ECG geregistreerd?
A
De prikkelgeleiding over de kransslagaders
B
De bloedstroom door het hart
C
De geleiding van electrische prikkels in hart
D
De bloedstroom door de kransslagaders

Slide 20 - Quiz

Waar ligt de sinusknoop?
A
In de rechter kamer
B
In de rechter boezem
C
In de linker kamer
D
In de linker boezem

Slide 21 - Quiz

Waar start in het hart de prikkelgeleiding
A
AV-knoop
B
Sinusknoop
C
Vezels van Purkinje
D
Bundel van His

Slide 22 - Quiz

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Voorzien het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen
B
Voorzien het lichaam van zuurstof en voedingsstoffen
C
Vervoeren zuurstofarm bloed naar de longen
D
Zorgen voor de prikkelgeleiding van het hart

Slide 23 - Quiz

Na de sinusknoop gaat de prikkel van het hart naar de...
A
Bundel van His
B
Aorta
C
AV-knoop
D
Purkinjevezels

Slide 24 - Quiz

de notatie voor de bloeddruk is
A
BD
B
RR
C
IR
D
RD

Slide 25 - Quiz

Hoe noem je een hoge bloeddruk?
A
Hyperglykemie
B
Hyperthermie
C
Hypotensie
D
Hypertensie

Slide 26 - Quiz

wat is een gemiddelde bloeddruk?
A
100/ 80
B
140/ 100
C
120/ 80
D
80/120

Slide 27 - Quiz

Wat is de systolische bloeddruk
A
De druk in de ader tijdens een golf bloed
B
Onderdruk
C
De druk in de slagader tijdens een golf bloed
D
Ontspanningsfase

Slide 28 - Quiz

Wat is de functie van erytrocyten?
Wat is een tekort aan hemoglobine en ijzer? 
Wat is de functie van de witte bloedcellen? 
Wat is de functie van bloedplaatjes? 
Zuurstof vervoeren m.b.v. hemoglobine
Bloedarmoede
Functie in de afweer tegen lichaamsvreemde stoffen
Zorgen ervoor dat het bloed stolt

Slide 29 - Question de remorquage

Hoe wordt zuurstofrijk bloed in het lichaam gepompt?
A
Vanuit de linkerboezem in de longader
B
Vanuit de linkerkamer in de aorta
C
Vanuit de rechterboezem in de holle ader
D
Vanuit de rechterkamer in de longslagader

Slide 30 - Quiz

Uit hoeveel % plasma bestaat bloed?
A
10
B
100
C
35
D
55

Slide 31 - Quiz


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 32 - Quiz

welke bloedgroep is de universele ontvanger
A
A +
B
B +
C
O +
D
AB +

Slide 33 - Quiz

Wat is juist?
1. Lymfe speelt een rol bij de afvoer van vocht uit de weefsels
2. Lymfe speelt een rol bij de afweer van het lichaam
A
1 is juist
B
2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 34 - Quiz

Welke bloedgroep komt het meeste voor?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 35 - Quiz

Witte bloedcellen komen voor in lymfe
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Klontert
Zonder gevaar mogelijk
Bloedgroep A ontvangt van bloedgroep AB
Bloedgroep B ontvangt van bloedgroep 0
Bloedgroep AB ontvangt van bloedgroep A
Bloedgroep 0 ontvangtvan bloedgroep AB

Slide 37 - Question de remorquage

Weefselvloeistof
Lymfe
Bloedplasma
Vocht buiten de haarvaten; kan O2, witte bloedcellen, voedingsstoffen, CO2 en andere afvalstoffen bevatten
Deze vloeistof bestaat uit water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen
In deze vloeistof zitten geen bloedcellen of bloedplaatjes

Slide 38 - Question de remorquage

Welke bloedgroep is de universele donor?
A
0-
B
O+
C
AB-
D
AB+

Slide 39 - Quiz

winnaar is....?

Slide 40 - Diapositive

Ik vond het prettig om mijn kennis te meten
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage

Vragen/opmerkingen?

Slide 42 - Diapositive

verder vervolg les:
  1. Ga verder met de integratieve opdracht van VAFAT
  2. Ga verder met de integratieve opdracht van GHZ
  3. Ga verder met het afronden van jou BPV plan, voor leerjaar 2. 

Slide 43 - Diapositive