Les 5: Water

H2 Water
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2 Water

Slide 1 - Diapositive

H2 Water
Deze les:
  • terugblik vorige les
  • 2.4 Zure en basische oplossingen
  • maken 2.4 opdr 1 t/m 13

Slide 2 - Diapositive


Om ooglenzen schoon te maken, kun je gedestilleerd water gebruiken. Amir zegt: “Je gebruikt bij het schoonmaken van ooglenzen het gedestilleerd water als spoelmiddel.”
Frank zegt: “Gedestilleerd water is zuiver water. Het bestaat alleen uit watermoleculen.” Wie heeft er gelijk?

A
Geen van beide
B
Amir
C
Frank
D
Beide hebben gelijk

Slide 3 - Quiz


Hier staan twee beweringen over zeep.
1 Natuurlijke zeep wordt uit de grondstof aardolie bereid.
2 Een zeep is een emulgator.
Welke bewering is waar?

A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
1 en 2
D
geen van beide

Slide 4 - Quiz


Zepen kun je verdelen in twee groepen: natuurlijke zepen en synthetische zepen. 
Een synthetische zeep wordt gemaakt van:
A
aardolie producten
B
dierlijke vetten
C
plantaardige olien

Slide 5 - Quiz


Welke stof is er op je kleding terechtgekomen als je kleding grauw wordt tijdens het wassen? 
A
emulgator
B
kalkzeep
C
natuurlijke zeep
D
synthetische zeep

Slide 6 - Quiz


Je wast je kleding met zeep. Door de zeep lost het vet beter op in het water.
Wat is in dit voorbeeld de emulgator?

A
de kleding
B
het vet
C
water
D
zeep

Slide 7 - Quiz

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 

Slide 8 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 
  • Hoe extremer de zuurgraad, bijvoorbeeld ‘zeer zuur’, hoe agressiever het schoonmaakmiddel. 

Slide 9 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 
  • Hoe extremer de zuurgraad, bijvoorbeeld ‘zeer zuur’, hoe agressiever het schoonmaakmiddel. 
  • Een agressief schoonmaakmiddel is corrosief oftewel bijtend.

Slide 10 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 
  • Hoe extremer de zuurgraad, bijvoorbeeld ‘zeer zuur’, hoe agressiever het schoonmaakmiddel. 
  • Een agressief schoonmaakmiddel is corrosief oftewel bijtend.
  • Met gevarensymbolen op de verpakking van een schoonmaakmiddel word je hiervoor gewaarschuwd.
irriterend
corrosief

Slide 11 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 12 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
  • Sommige middelen reageren met elkaar, waarbij veel warmte of giftige stoffen kunnen ontstaan. 

Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 13 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
  • Sommige middelen reageren met elkaar, waarbij veel warmte of giftige stoffen kunnen ontstaan. 
  • Als je bijvoorbeeld chloorbleekmiddel met een zuur schoonmaakmiddel mengt, dan ontstaat giftig chloorgas. Chloorbleekmiddel zit vaak in wc-reinigers. 

Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 14 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
  • Sommige middelen reageren met elkaar, waarbij veel warmte of giftige stoffen kunnen ontstaan. 
  • Als je bijvoorbeeld chloorbleekmiddel met een zuur schoonmaakmiddel mengt, dan ontstaat giftig chloorgas. Chloorbleekmiddel zit vaak in wc-reinigers. 
  • Dan moet je extra opletten, want het reageert ook met urine. 

Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 15 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 


Slide 16 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 


Slide 17 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 
  • Zure oplossingen hebben een etsende werking. 


Slide 18 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 
  • Zure oplossingen hebben een etsende werking. Dat betekent dat ze metalen aantasten.


Slide 19 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 
  • Zure oplossingen hebben een etsende werking. Dat betekent dat ze metalen aantasten.


Slide 20 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure oplossingen tasten ook kalkhoudende materialen aan, bijvoorbeeld kalksteen, natuursteen, eierschalen en het kalkskelet van zeedieren. 

Slide 21 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure oplossingen tasten ook kalkhoudende materialen aan, bijvoorbeeld kalksteen, natuursteen, eierschalen en het kalkskelet van zeedieren. 

  • Je kunt met zure schoonmaakmiddelen dus goed kalkaanslag (ketelsteen) verwijderen.

Slide 22 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure oplossingen tasten ook kalkhoudende materialen aan, bijvoorbeeld kalksteen, natuursteen, eierschalen en het kalkskelet van zeedieren. 

  • Je kunt met zure schoonmaakmiddelen dus goed kalkaanslag (ketelsteen) verwijderen.
  • Leren: zure oplossingen

Slide 23 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 

Slide 24 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 

Slide 25 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 

Slide 26 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 
  • Een basische oplossing maak je door een base zoals ammoniak, soda of groene zeep op te lossen in water.

Slide 27 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 
  • Een basische oplossing maak je door een base zoals ammoniak, soda of groene zeep op te lossen in water.
  • leren: basische oplossingen

Slide 28 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 
  • Een basische oplossing maak je door een base zoals ammoniak, soda of groene zeep op te lossen in water.
  • leren: basische oplossingen
  • neutraal: oplossing zonder zuur of base

Slide 29 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Indicatoren
Om erachter te komen of een oplossing zuur of basisch is, gebruik je indicatoren

Slide 30 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Indicatoren
Om erachter te komen of een oplossing zuur of basisch is, gebruik je indicatoren
  • In de tabel hieronder zie je de kleuren van enkele indicatoren in een zure, neutrale en basische oplossing.

Slide 31 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:

Slide 32 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:
  • het zuur of de base die is opgelost;
  • de concentratie van de oplossing.



Slide 33 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:
  • het zuur of de base die is opgelost;
  • de concentratie van de oplossing.

Als je wilt weten hoe agressief, ofwel hoe zuur of hoe basisch een oplossing is, kun je de zuurgraad bepalen. 

Slide 34 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:
  • het zuur of de base die is opgelost;
  • de concentratie van de oplossing.

Als je wilt weten hoe agressief, ofwel hoe zuur of hoe basisch een oplossing is, kun je de zuurgraad bepalen. 
  • De zuurgraad wordt weergegeven met de pH. De pH is een getal tussen de 0 en 14 .

Slide 35 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 

Slide 36 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 
  • Bij verdunnen gaat de pH richting de 7.

Slide 37 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 
  • Bij verdunnen gaat de pH richting de 7.
  • De concentratie van het zuur of de base in de oplossing is door het verdunnen lager geworden. 

Slide 38 - Diapositive

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 
  • Bij verdunnen gaat de pH richting de 7.
  • De concentratie van het zuur of de base in de oplossing is door het verdunnen lager geworden. 
  • De pH is dus afhankelijk van de concentratie van een zuur of een base in een oplossing.

Slide 39 - Diapositive

H2 Water
Deze les:
  • maken 2.4 opdr 1 t/m 13
  • lezen 2.5 Zuur-basereacties

Slide 40 - Diapositive