2.4
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welke cel is de dierlijke cel?
A
Cel A (de linker)
B
Cel B (de rechter)
C
Cel A en B
D
Geen van beide cellen is een dierlijke cel
Slide 5 - Quiz
Welke cel heeft een celwand? De plantaardige cel of de dierlijke cel?
A
De dierlijke cel
B
De plantaardige cel
C
De dierlijke cel en de plantaardige cel
D
geen van beide
Slide 6 - Quiz
Deze cel heeft een celkern
Deze cel heeft geen celwand
A
cel van een dier
B
cel van een plant
C
cel van een bacterie
D
cel van een schimmel
Slide 7 - Quiz
Is dit een plantaardige cel of een dierlijke cel?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
Slide 8 - Quiz
Een celorganel heeft als functie: Alles regelen wat er in de cel gebeurt. Welk onderdeel is dit? de .....
Slide 9 - Question ouverte
Welk onderdeel van de cel heeft als functie stevigheid geven aan de cel?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Celwand
D
Cytoplasma
Slide 10 - Quiz
Welk celorganel heeft als functie fotosynthese?
A
Bladgroenkorrels
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Vacuole
Slide 11 - Quiz
Welk celorganel heeft buiten de celwand om ook als functie om stevigheid te geven aan de cel?
A
Cytoplasma
B
Celmembraan
C
Celkern
D
Vacuole
