Schrijven blok 2 onderdeel 5W+1H

Nederlands
1K
Schrijven blok 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
1K
Schrijven blok 2

Slide 1 - Diapositive

Herhaling lezen
Volgende week SO lezen blok 3 en 4!!

Slide 2 - Diapositive

Noem de tekstdoelen

Slide 3 - Question ouverte

Noem een tekstvorm die hoort bij het tekstdoel 'amuseren'.

Slide 4 - Question ouverte

Noem een tekstvorm die hoort bij het tekstdoel 'informeren'.

Slide 5 - Question ouverte

Noem een tekstvorm die hoort bij het tekstdoel 'overhalen'.

Slide 6 - Question ouverte

Noem een tekstvorm die hoort bij het tekstdoel 'uitleg geven'.

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent 'grondig lezen'?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een deelonderwerp van een tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een deelonderwerp bij het onderwerp 'voetbal'?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een tussenkopje?

Slide 11 - Question ouverte

Schrijven blok 1 en 2

Slide 12 - Diapositive

Tekst

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Taalverzorging 
2.15 Taalverzorging 

Slide 15 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?

Waarom vind ik deze opdrachten zo moeilijk?
A
waarom
B
vind
C
ik
D
deze opdrachten

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Informerende tekst
  • Een informerende tekst geeft informatie over een onderwerp of persoon.
  • Als je zo'n tekst gaat schrijven, heb je dus informatie nodig.
  • Dit ga je opzoeken via vragen, op het internet. 

Slide 18 - Diapositive

Je zoekt een persoon op. Je leest daar iets over, bijvoorbeeld een nieuwsbericht. Dan ga je kijken waarom die persoon in het nieuws is en wat er is gebeurd.

Je komt aan informatie door de volgende vragen te stellen:
  1. Wat is er met deze persoon gebeurd?
  2. Hoe is dat gebeurd? 
  3. Waarom is dat gebeurd?
  4. Waar is het gebeurd?
  5. Wanneer is het gebeurd?

Slide 19 - Diapositive

Bijvoorbeeld
Je komt aan informatie door de volgende vragen te stellen:

  1. Wie is de persoon?
  2. Wat is er met deze persoon gebeurd?
  3. Hoe is dat gebeurd? 
  4. Waarom is dat gebeurd?
  5. Waar is het gebeurd?
  6. Wanneer is het gebeurd?

Slide 20 - Diapositive

Zelf schrijven
Op de volgende slides zie je plaatjes. Bedenk bij elk plaatje zelf een passende titel en geef antwoord op de 5w+1H vragen.

Slide 21 - Diapositive

5W+1H
wie, wat, waarom, waar, wanneer en hoe?

Slide 22 - Question ouverte

5W+1H
wie, wat, waarom, waar, wanneer en hoe?

Slide 23 - Question ouverte

We doen deze opdracht even mondeling 

Slide 24 - Diapositive

Opdracht
Lees de theorie en maak:
- blok 1, schrijven, opdr. 52 t/m 59
- blok 2, schrijven, opdr. 48 en 49

Slide 25 - Diapositive