1 - Vakbegeleiding Nederlands

WELKOM bij vakbegeleiding Nederlands :)
Planning van deze les:

8:25 Uitleg vakbegeleiding
- Klassikale uitleg + individuele uitleg 
- Planning in Teams: onderwerpen klassikale uitleg (jullie inbreng) 

8:30 Klassikale uitleg - vandaag: Grammatica - persoonsvorm en zinsdeelproef + samen oefenen


De klassikale uitleg is voor iedereen, maar als je dit gedeelte van Nederlands niet zo moeilijk vindt, mag je ook verder werken aan je eigen onderwerp (bijvoorbeeld werkwoordspelling).

8:45 Individuele uitleg Marissa
8:50 Individuele uitleg Romee
8:55 Individuele uitleg Stijn
9:00 Individuele uitleg Marit
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WELKOM bij vakbegeleiding Nederlands :)
Planning van deze les:

8:25 Uitleg vakbegeleiding
- Klassikale uitleg + individuele uitleg 
- Planning in Teams: onderwerpen klassikale uitleg (jullie inbreng) 

8:30 Klassikale uitleg - vandaag: Grammatica - persoonsvorm en zinsdeelproef + samen oefenen


De klassikale uitleg is voor iedereen, maar als je dit gedeelte van Nederlands niet zo moeilijk vindt, mag je ook verder werken aan je eigen onderwerp (bijvoorbeeld werkwoordspelling).

8:45 Individuele uitleg Marissa
8:50 Individuele uitleg Romee
8:55 Individuele uitleg Stijn
9:00 Individuele uitleg Marit

Slide 1 - Diapositive

Grammatica

Slide 2 - Diapositive

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Slide 3 - Diapositive

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm
Wat is dat ook alweer? 

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm

  • Zinsdeel
  • Meestal één woord
  • Vorm van het werkwoord
  • In het enkelvoud of in het meervoud
  • In de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd



Hoe vind je de persoonsvorm? 

Doe de tijdproef! 
| Ik | eet | deze appel. |

Slide 6 - Diapositive

Hoe doe je de tijdproef ? 


1. Zet de zin in een andere tijd
     Tegenwoordige tijd > verleden tijd
     Verleden tijd > tegenwoordige tijd 

2. Het woord dat verandert, is de persoonsvorm

Slide 7 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

De hond sluipt door het bos samen met zijn baasje.

A
De hond
B
sluipt
C
door het bos
D
samen met zijn baasje

Slide 8 - Quiz

Stappenplan ontleden
Staat achterin je boek! 

Slide 9 - Diapositive

1e stap: de persoonsvorm zoeken


De hond sluipt door het bos samen met zijn baasje.
> De hond sloop door het bos samen met zijn baasje.

Slide 10 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De mus vliegt over de tuin.

> Welke tijd is dit? 
> Wat gebeurt er als je de tijd verandert? 

Slide 11 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De mus vliegt over de tuin.

De mus vloog over de tuin.


Slide 12 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De mus vliegt over de tuin.

persoonsvorm

Slide 13 - Diapositive

Zinsdeelproef
Wat is dat ook alweer? 


--> Filmpje Talent 

Slide 14 - Diapositive

2e stap: zet een streep direct voor en achter de pv en voor en achter alle andere werkwoorden in de zin 


De hond | sluipt | door het bos samen met zijn baasje.

Slide 15 - Diapositive

Zet zinsdeelstrepen voor en na de persoonsvorm bij deze zin:
De kat rent door de tuin van de buren.

Slide 16 - Question ouverte

Regel: Voor de pv is maar plek voor één zinsdeel.
(De pv staat dus altijd op de tweede plek in een zin in het Nederlands.)


De hond | sluipt | door het bos samen met zijn baasje.


één zinsdeel

Slide 17 - Diapositive

3e stap: verander de volgorde van de zin. Kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
Er is maar plek voor 1 zinsdeel op die plek.

Slide 18 - Diapositive

  1. De hond | sluipt | door het bos samen met zijn baasje.

  2. Door het bos | sluipt | de hond | samen met zijn baasje.

  3. Samen met zijn baasje | sluipt | de hond | door het bos.

Slide 19 - Diapositive

Stappenplan zinsdeelstrepen zetten
1 Onderstreep de pv.
       Mandy wacht op haar moeder in de tuin. 

2 Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen.
       Mandy | wacht | op haar moeder in de tuin. 

3 Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
       Op haar moeder | wacht | Mandy.
       In de tuin | wacht | Mandy op haar moeder. 

4 Ga daar mee door tot je alle zinsdelen hebt gevonden. Zet voor en na elk zinsdeel een streep. 
      | Mandy | wacht | op haar moeder | in de tuin. |

Slide 20 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De kleine mus vliegt rondjes over de tuin.

Slide 21 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De kleine mus vliegt rondjes over de tuin.

Slide 22 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De kleine mus | vliegt | rondjes over de tuin.

Slide 23 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De kleine mus | vliegt | rondjes over de tuin.
Rondjes | vliegt | de kleine mus over de tuin.

Slide 24 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De kleine mus | vliegt | rondjes over de tuin.
Rondjes | vliegt | de kleine mus over de tuin.
Over de tuin | vliegt | de kleine mus rondjes.

Slide 25 - Diapositive

Klassikaal oefenen
De kleine mus | vliegt | rondjes | over de tuin.

Slide 26 - Diapositive

Maak de oefeningen in Teams > lesmateriaal > Grammatica zinsdeelproef en persoonsvorm 

Slide 27 - Diapositive

Stappenplan zinsdeelstrepen zetten
1 Onderstreep de pv.
       Mandy wacht op haar moeder in de tuin. 

2 Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen.
       Mandy | wacht | op haar moeder in de tuin. 

3 Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
       Op haar moeder | wacht | Mandy.
       In de tuin | wacht | Mandy op haar moeder. 

4 Ga daar mee door tot je alle zinsdelen hebt gevonden. Zet voor en na elk zinsdeel een streep. 
      | Mandy | wacht | op haar moeder | in de tuin. |

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien