Cito Rekenen E7 oefenen

Cito Rekenen E7 oefenen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Cito Rekenen E7 oefenen

Slide 1 - Diapositive

Er deden 3560 mee aan de zwemvierdaagse. 1 op de 6 mensen is 65 jaar of ouder. Hoeveel mensen zijn dat?
A
ongeveer 300
B
ongeveer 500
C
ongeveer 400
D
ongeveer 600

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive


A
bouwwerk 1
B
bouwwerk 2

Slide 4 - Quiz

Dit zwembad is 250 cm lang
en 200 cm breed.
Wat is de oppervlakte
A
5 cm2
B
5 dm2
C
5 m2
D
5 km2

Slide 5 - Quiz

Tekst
Uitslag cilinder
Uitslag kubus
Uitslag balk
Uitslag piramide

Slide 6 - Question de remorquage

Van welke uitslag kan je geen piramide maken?
A
a
B
b
C
c

Slide 7 - Quiz

Liene koopt een bank van 550 euro.
Ze betaalt in de winkel al vast 110 euro. De rest later. Hoeveel procent betaalt ze in de winkel? ......%

Slide 8 - Question ouverte

Sleep de breuken naar de juiste kommagetallen.
0,125
0,33
0,375
0,80
0,67
1/8
2/3
1/3
8/10
4/5
3/8
12,5%
33,3%
37,5%
66,7%
80%

Slide 9 - Question de remorquage

Hoeveel mililiter is 0,5 liter?
........ mililiter

Slide 10 - Question ouverte

De reis naar Parijs kost 200 euro per persoon. Ik betaal 1/5 deel. Hoeveel moet ik later nog betalen? ..... euro

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel is 5% van 160?

Slide 12 - Question ouverte

John gaat een fietstocht maken.
John fietste in het eerste uur 10 kilometer
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

John gaat een fietstocht maken.
Nadat hij 10 kilometer gefietst had, hield John een rustpauze van 2 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Haal de helen er uit.
33/8
A
5 1/8
B
4 1/8
C
8 3/8
D
4 3/4

Slide 15 - Quiz

Schrijf als kommagetal
150 minuten = ..... uur

Slide 16 - Question ouverte

De gameclub heeft 251 leden.
49 leden is jonger dan 16 jaar.
Dat is ongeveer 1 op ..... leden
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 17 - Quiz

Hoeveel is 60% van 750?

A
400
B
460
C
450
D
500

Slide 18 - Quiz

Het nieuwe kleed is 12m2
Het oude kleed was 3 m lang en 3 m breed. Hoeveel m2 is het nieuwe kleed groter? ......m2

Slide 19 - Question ouverte

Hoeveel is 1/3 deel van 2400

Slide 20 - Question ouverte

Schoenen 40 euro. Nu kosten ze 36 euro. Hoeveel procent korting? ...%

Slide 21 - Question ouverte

Kaartjes voor het goede doel kosten 4 euro. Er is voor 968 euro verkocht. Hoeveel kaartjes? ..... kaartjes

Slide 22 - Question ouverte

Welk kommagetal hoort bij 1/5 deel?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Wat is de afstand tussen Amsterdam en Maastricht ?

A
188 km.
B
216 km.
C
181 km.
D
79 km.

Slide 25 - Quiz

Hoe lang doe je over de reis van Amsterdam naar Maastricht?
A
2:20 uur
B
1:56 uur
C
O:57 uur
D
2:18 uur

Slide 26 - Quiz

0,75 + 4,5 =

Slide 27 - Question ouverte

500 gram appels kost 1,10 euro
Wat kost 4 kilo? ..... euro

Slide 28 - Question ouverte

6 van de 7 is het hetzelfde als
..... van de 210

Slide 29 - Question ouverte

1 pet kost 20 euro. Ik koop 2 petten en 3 truien. Ik moet 130 euro betalen. Wat kost 1 trui? ...... euro

Slide 30 - Question ouverte

Hoeveel centimeter is 4,3 decimeter?

Slide 31 - Question ouverte


Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
In welke maand hebben de minste jongens de voorstelling bezocht?
A
september
B
mei
C
april
D
juli

Slide 32 - Quiz