H2 herhalen

Herhaling Hoofdstuk 2 
2 mavo 

Ga rustig zitten op je eigen plek 
Pak een blaadje en een pen. GEEN laptop
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Hoofdstuk 2 
2 mavo 

Ga rustig zitten op je eigen plek 
Pak een blaadje en een pen. GEEN laptop

Slide 1 - Diapositive

Basisregels 
  • Blijf van elkaar en elkaars spullen af 
  • Hand opsteken bij een vraag 
  • Als de docent aan het woord is ben jij stil 
  • Doen wat er gevraagd wordt 
  •  

Slide 2 - Diapositive

Opbouw richting verwijdering

1= Naam op het bord 
Er zit een max aantal leerlingen aan.
2= Andere plek in de klas 
3= Afkoelen op de gang
Ik zeg hoe lang en kom je halen. 
4= Verwijdering 

ontoelaatbaar gedrag = meteen verwijdering 

Slide 3 - Diapositive

Economie leren
  • Lees de hele tekst van het hoofdstuk 1 of 2 keer door
  • Leer de begrippen en samenvatting (gele pagina's)
  • Leer de aantekeningen
  • Kijk of je alle rekenonderdelen begrijpt en kunt maken (groene pagina's)
  • Maak eventueel nogmaals de oefentoets  

Slide 4 - Diapositive

Wat is giraal geld?
Wat is chartaal geld?

Slide 5 - Diapositive

Je oude saldo is €100. Je ontvangt €10 en betaalt €5,-. 
Wat is je nieuwe saldo?
nieuwe saldo = oude saldo + ontvangen - uitgeven 

100+10-5 = €105,- nieuwe saldo 


Slide 6 - Diapositive

Wat is een directe ruil?
Wat is een indirecte ruil?
directe ruil = als je goederen of diensten ruilt zonder gebruik te maken van geld
indirecte ruil = als e iets koopt, ruil je geld voor goederen of diensten. 

Slide 7 - Diapositive

Welke redenen kun je hebben om te sparen?
Noem er twee 
sparen voor een doel --> je wilt over een tijdje iets kopen waarvoor je nu nog niet genoeg geld voor hebt. 
sparen uit voorzorg --> zo heb je geld achter de hand om onverwachte kosten te kunnen betalen. 

Slide 8 - Diapositive

Bereken het rentebedrag je na één jaar krijgt.
Spaargeld € 3.500,- en rentepercentage 2,8%.

3.500: 100 x 2,8= € 98,-

Slide 9 - Diapositive

Welke drie geldfuncties zijn er?
Ruilmiddel --> wanneer je iets koopt 
Spaarmiddel --> wanneer je geld bewaart om later uit te geven
Rekenmiddel --> wanneer je de waarde van iets aangeeft 

Slide 10 - Diapositive

Welke geldfunctie zie je ?

Slide 11 - Diapositive

Een maandtermijn bestaat uit twee delen, welke?
aflossing --> terugbetalen van het geleende geld 
rente --> extra bedrag om het geld te mogen lenen 

Slide 12 - Diapositive

Je krijgt €15,- korting op een broek van €50,- 
Hoeveel procent korting krijg je ?
percentage uitrekenen = deel / geheel x 100 %

15/50 x 100 = 30% korting 

Slide 13 - Diapositive

Thijmen heeft een verzekering afgesloten met een 'eigen risico'. 
Wat is een eigen risico?
eigen risico = het deel van de schade dat je zelf moet betalen en dus niet vergoed wordt door de verzekeraar. 

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag 
Maak de rekenopgaves 

Slide 15 - Diapositive