Lektion 4D: Hier wohne ich gern

Kursbuch Lektion 4D: 
D1-3
Arbeitsbuch Lektion 4D: 
Ü18-22
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kursbuch Lektion 4D: 
D1-3
Arbeitsbuch Lektion 4D: 
Ü18-22

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt een tekst begrijpen over wonen.
2. je kent de vertalingen van 'obwohl, trotzdem, trotz' en je kunt deze woorden invullen en gebruiken.
3. Je kunt over je eigen woonplaats vertellen.

Slide 2 - Diapositive

Olpe
Clicke hier.
Was gefällt dir an Olpe?
Motiviere deine Antwort.
Begin met: Mir gefällt .....

Slide 3 - Diapositive

Signaalwoorden van beperking/tegenstelling
  • trotz = ondanks
woordsoort: voorzetsel (dus er volgt een zelfstandig naamwoord)
Trotz des Regens mache ich einen Spaziergang.
--> Let op: 2e naamval
  • obwohl = hoewel
woordsoort: voegwoord (dus er volgt een bijzin)
Obwohl es regnet, mache ich einen Spaziergang.
  • trotzdem = desondanks
woordsoort: bijwoord 
Es regnet, trotzdem mache ich einen Spaziergang.

Slide 4 - Diapositive

Desondanks
A
trotz
B
trotzdem
C
obwohl

Slide 5 - Quiz

hoewel
A
trotz
B
trotzdem
C
obwohl

Slide 6 - Quiz

Er hat es gesehen, obwohl ich es hatte verboten.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Was bedeutet: trotz

Slide 8 - Question ouverte

Maak een zin met obwohl, trotz of trotzdem.

Slide 9 - Question ouverte

Bilde den Satz um mit 'obwohl':
Trotz des Sturms habe ich Fußball gespielt.

Slide 10 - Question ouverte

Dein Wohnort
1. Postiv ist ...
2. Negativ ist ...
3. Was sollte man verändern?
4. Wo willst du später wohnen?

Slide 11 - Diapositive

Dein Wohnort

Slide 12 - Carte mentale

Schreibe deine Präsentation über deinen Wohnort aus. Verwende dazu die folgenden Wörter: gefallen - finden - verbessern - zum Beispiel - möchten

Slide 13 - Question ouverte

Leerdoelen
1. Je kunt een tekst begrijpen over wonen.
2. je kent de vertalingen van 'obwohl, trotzdem, trotz' en je kunt deze woorden invullen en gebruiken.
3. Je kunt over je eigen woonplaats vertellen.
BEREIKT?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien