P3 Les 5 Palliatief (9.7) + Tweedelijns mondzorg (hfst 10)

Fijn dat je er bent!
Regels:
- Laptop voor je op tafel
- Telefoon in je tas       offline
- Doe lekker mee. 

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Assisterende GezondheidszorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Fijn dat je er bent!
Regels:
- Laptop voor je op tafel
- Telefoon in je tas       offline
- Doe lekker mee. 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag gaan we eerste de vragen van hfst 9 behandelen. 
Daarna zullen jullie uitleg krijgen over hfst 9.7 + hfst 10 en mogelijk ook hfst 11. 
kijken hoe ver we komen. 
9.7 Palliatieve en terminale zorg
-> Palliatieve zorg = zorg in de laatste periode van het leven, gericht op kwaliteit van leven
-> Vroegtijdige signalering en zorgvuldige behandeling van pijn en andere problemen zijn de kern van palliatieve zorg
-> Palliatieve zorg kan thuis worden gegeven, in een verpleeghuis, in een unit voor palliatieve zorg in een ziekenhuis of in een hospice
-> Bijna altijd werken de professionals bij de palliatieve zorg samen met de mantelzorgers

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Je weet wat er verstaan wordt onder palliatieve en terminale zorg
- Je weet wat palliatieve sedatie en euthanasie inhoudt
- Je weet welke specialisten er in de tweedelijns mondzorg werken
- Je weet welke specialisten er in een centra voor bijzondere tandheelkunde werken en met wie zij samenwerken =
multidisciplinair.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2) Wat zijn LTA’s ?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

4) Wat is het verschil tussen richtlijnen LTA’s en richtlijnen ketenzorg?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

5) Wie zijn er betrokken bij een zorgnetwerk en wat is het doel ervan?

Slide 6 - Question ouverte

Bijv. Parkinsonnet en het dementienetwerk.
9.7 Palliatieve en terminale zorg
  • Palliatieve zorg = zorg in de laatste periode van het leven, gericht op kwaliteit van leven
   Vroegtijdige signalering en zorgvuldige behandeling van pijn en andere problemen zijn de kern van palliatieve zorg

Palliatieve zorg kan thuis worden gegeven, in een verpleeghuis, in een unit voor palliatieve zorg in een ziekenhuis of in een hospice

Slide 7 - Diapositive

Bijna altijd werken de professionals bij de palliatieve zorg samen met de mantelzorgers.
Continuïteit is belangrijk, daarom alle taken tussen de verschillende zorgverleners goed afstemmen. 
Gezondheid van patiënt kan snel veranderen. 

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

9.7 Palliatieve en terminale zorg
Fasen van palliatieve zorg

Slide 9 - Diapositive

Nazorg voor de nabestaanden die veelal nauw betrokken zijn in de verschillende fases. 
Palliatieve sedatie en euthanasie 
  • Palliatieve sedatie houdt in dat de patiënt door medicatie in slaap wordt gebracht en gehouden en daardoor niets meer bewust meemaakt. Palliatieve sedatie mag alleen worden toegepast als de patiënt naar verwachting binnen één tot twee weken zal overlijden. 
    Het is geen euthanasie!

  • Euthanasie = levensbeëindiging op verzoek. 
     Het is geen recht. 



Slide 10 - Diapositive

Als het leven ondraaglijk en uitzichtloos is, willen sommige mensen dat er een eind komt aan hun leven. In Nederland is er de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (2002).
Patiënt kan er om vragen niet eisen. Zelf de wens inbrengen en bespreken. 
Arts moet er zeker van zijn dat het een oprechte wens is. 
Arts mag ook weigeren of andere arts adviseren. 
Criteria voor euthanasie 
    Het lijden van de patiënt is langdurig, uitzichtloos en ondraaglijk.
    Het verzoek van de patiënt is weloverwogen (en wordt niet veroorzaakt doordat de patiënt bijvoorbeeld ook depressief is; een depressie kan namelijk meestal worden behandeld).
    De patiënt uit het verzoek zelf, en wel meerdere keren.



Patiënt dient altijd door een tweede onafhankelijke arts beoordeeld te worden

Slide 11 - Diapositive

Voor de tweede beoordeling wordt meestal een SCEN-arts ingeschakeld. 
Euthanasie dient gemeld te worden aan een toetsingscommissie
SCEN-artsen zijn huisartsen en medisch specialisten die speciaal zijn opgeleid om deskundige en onafhankelijke steun en consultatie te geven aan collega-artsen. Zij doen dit werk naast hun gewone praktijk. De KNMG verzorgt de opleiding, registratie en begeleiding van SCEN-artsen.
10.1 Inleiding
Zoals de huisarts voor specialistische hulp verwijst naar een medisch specialist, zo kan de tandarts verwijzen naar een gespecialiseerde tandarts
   
   Bijvoorbeeld: specialist mondziekten en kaakchirurgie, orthodontist 
Dit zijn erkende specialisten

Slide 12 - Diapositive

Plaats waar ze werken maakt niet uit, het gaat om de specialistische aard van de zorg.
Er werken ook tandartsassistenten en mondhygiënisten in de praktijk van een kaakchirurg of orthodontist
Gespecialiseerde tandartsen
Tandartsen die zich op een bepaald terrein extra hebben bekwaamd, dit zijn geen officiële (erkende) specialisaties  
  • (tandarts)-implantoloog;
  • (tandarts)-parodontoloog;
  • (tandarts)-endodontoloog;
  • tandarts voor gehandicapten;
  • angsttandarts

Slide 13 - Diapositive

- Een parodontoloog is een specialist op het gebied van de steunweefsels rondom het gebit, het zogenaamde parodontium.
- De endodontoloog houdt zich bezig met lastige vraagstukken op het gebied van wortelkanaalbehandelingen
10.2 Centra voor bijzondere tandheelkunde
CBT= centra voor bijzondere tandheelkunde, wanneer er bijzondere tandheelkundige zorg nodig is.  
Bijvoorbeeld: 
- voor mensen met ernstige lichamelijke beperkingen en 
- mensen die in verpleeghuizen verblijven, 
- mensen met een verstandelijke beperking 
- mensen met een psychiatrische stoornis
- mensen die extreem bang zijn voor de tandarts
- mensen die operaties en bestraling ondergaan in verband met kanker in het mondgebied
        ook mogelijkheid voor een second opinion, advies bij moeilijke beslissingen.

Slide 14 - Diapositive

Ook mensen met autisme of een autisme achtige stoornis kunnen bijzondere mondzorg nodig hebben. 
Mensen die extreem angstig zijn. 
SBT behandelen via tell-show-feel-do methode. 
Meestal zijn de centra verbonden aan een ziekenhuis, een instelling voor verstandelijk gehandicapten etc.
10.3 Kaakchirurgie en samenwerking in het ziekenhuis
Kaakchirurgen in het ziekenhuis werken samen met andere disciplines:


• Teamspreekuren samen met de orthodontisten om groei- en ontwikkelingsstoornissen van het gelaat te zien, te bespreken en samen te behandelen.
• Spreekuren samen met de tandarts/prothetist voor patiënten met problemen ten aanzien van implantologie, pre-implantologische chirurgie en kaakgewrichtsproblemen.
• Spreekuur samen met de dermatologen voor patiënten met goedaardige of kwaadaardige afwijkingen van de huid en slijmvliezen in het hoofd-halsgebied.
• Spreekuur samen met de tandarts/dormoloog voor patiënten met slaap- en snurkproblemen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.3 Kaakchirurgie en samenwerking in het ziekenhuis
Kaakchirurgen in het ziekenhuis werken samen met andere disciplines:


1) Wat is het doel van palliatieve zorg?

2) Wat is het verschil tussen palliatieve sedatie en euthanasie ?

3) Noem de twee mondzorgspecialisten uit de tweedelijns mondzorg.

4) Om mondzorg aan bijzondere doelgroepen te verlenen zijn extra kwaliteiten nodig, welke?

5) In een centrum voor bijzonder tandheelkunde wordt multidisciplinair samengewerkt. Welke medewerkers, naast de tandarts, kunnen er werkzaam zijn in een centrum voor bijzondere tandheelkunde?

6) Met welke andere disciplines kunnen kaakchirurgen samenwerken?
Oefenvragen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les 
Eerst de oefenvragen bespreken, daarna de toets over 
hoofdstuk 9 + 10  

Na de toets verder met hoofdstuk 11
Hoofdstuk 11         Andere tweedelijns voorzieningen

   
       

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb jij nog nodig om volgende week een voldoende te behalen?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions