1.2 Op schaal tekenen

Tekenen op schaal!
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tekenen op schaal!

Slide 1 - Diapositive

Wat is werken op schaal?
Tekenen in verhouding.
Schaal 1:100 = 1 cm in tekening is 100cm in het echt
Schaal moet op de tekening staan.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Omrekenen van echt naar papier
Verkleinen
verhoudingtabel
Echte maten omrekenen naar papier: delen

Slide 4 - Diapositive

Omrekenen van papier naar echt
Vergroten
Rekentabel
Van papier naar echt omrekenen: vermenigvuldigen

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent een schaal van 1:50
A
50 cm op tekening = 1 cm in het echt
B
50 cm op tekening = 10 cm in het echt
C
1 cm op de tekening = 5 cm in het echt
D
1 cm op de tekening = 50 cm in het echt

Slide 6 - Quiz

Een terras is in het echt 6 meter breed. Hoeveel centimeter is dat op papier bij een schaal van 1:20?
A
30 cm
B
20 cm
C
12 cm
D
6 cm

Slide 7 - Quiz

Op de tekening staat een haag van 15cm getekend. De schaal is 1:200. Wat is de lengte van deze haag in het echt?
A
200 cm
B
1500 cm
C
3000 cm
D
6000 cm

Slide 8 - Quiz

Voor een moestuin heb ik in een tekening een plantvak van 3 cm bij 3 cm, de schaal is 1:10 hoe groot is het plantvak in de tuin?
A
3 m bij 3 m
B
30 cm bij 30 cm
C
1 m bij 1 m
D
10 cm bij 10 cm

Slide 9 - Quiz

In een plant vak van 30 cm bij 30 cm wil ik zaden planten op een afstand van 10 cm tussen de zaden en 10 cm tussen de rijen. Hoeveel zaden kan ik kwijt?
A
4 zaden
B
8 zaden
C
3 zaden
D
6 zaden

Slide 10 - Quiz

In een plant vak van 30 cm bij 30 cm wil ik zaden planten op een afstand van 3 cm tussen de zaden en 30 cm tussen de rijen. Hoeveel zaden kan ik kwijt?
A
10 zaden
B
8 zaden
C
9 zaden
D
20 zaden

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive