3.1 + 3.2

Deze les
  •  Wat is politiek? (3.1)
  • Wat is een democratie? (3.1)
  • Welke partijen zijn er? (3.2)
  • Kiesrecht (actief & passief) (3.1 + 3.2) 
  • Indeling van partijen (links, midden en rechts) (3.2)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze les
  •  Wat is politiek? (3.1)
  • Wat is een democratie? (3.1)
  • Welke partijen zijn er? (3.2)
  • Kiesrecht (actief & passief) (3.1 + 3.2) 
  • Indeling van partijen (links, midden en rechts) (3.2)

Slide 1 - Diapositive

Wat is politiek?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is politiek?
Politiek: Het maken van besluiten over het bestuur van land, provincie & gemeente 
  • Ambtenaren: Mensen die werken VOOR de politiek. 
  • Politici: Mensen die werken IN de politiek. 
  • Overheid: Ambtenaren & Politici (A+P)

Algemeen Belang: Zaken die voor veel mensen belangrijk zijn.
Belasting: Besteed de overheid aan zaken die belangrijk zijn. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Democratie
Democratie: Het volk heeft invloed op de politiek. 
  • Direct: Het volk heeft DIRECT invloed op de besluiten. 
  • Indirect: Het volk kiest volksvertegenwoordigers die namens het volk de besluiten nemen. --> STEMMEN DUS! 

Actief kiesrecht: Je gaat stemmen. (Dus kom van die luie reet af!)
Passief kiesrecht: Mensen stemmen op jou. (Dus blijf lekker liggen) 

Nederland heeft VRIJE en GEHEIME verkiezingen 

Slide 6 - Diapositive

Links, midden & rechts
Rechts: Vrijheid, veiligheid & passieve overheid
Midden: Eigen verantwoordelijkheid voor elkaar. Overheid helpt als het niet anders kan. 
Links: Gelijkheid & actieve overheid 

Partijen moeten samenwerken na de verkiezingen.
Compromis: Afspraken waarin iedereen een beetje toegeeft. 

Slide 7 - Diapositive

Wat is politiek?
A
Het maken van wetten voor heel Nederland
B
Het maken van afspraken waar Nederland behoefte aan heeft
C
Het maken van besluiten voor land, gemeente & provincie
D
Het maken van afspraken voor hoe de provincie en gemeente moeten werken

Slide 8 - Quiz

Wie zitten in de overheid?
A
Ambtenaren & politici
B
Eerste & Tweede Kamer
C
Ministers & Staatssecretarissen
D
Koning & Ministers

Slide 9 - Quiz

De politiek gaat over het Algemeen Belang. Wat is geen voorbeeld van een Algemeen belang?
A
Dat Annabel naar school kan
B
Dat Bram zijn opa naar het ziekenhuis kan
C
Dat Christel overal WIFI heeft
D
Dat Dennis kan sporten

Slide 10 - Quiz

Wat is een democratie?
A
Dat het volk kan stemmen
B
Dat in een land duidelijk is wie de macht heeft
C
Dat burgers politici op staande voet kunnen ontslaan
D
Dat het volk invloed heeft op de politiek

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen een directe en indirecte democratie?
A
Direct = stemmen op de volksvertegenwoordiging
B
Indirect = stemmen op de volksvertegenwoordiging
C
Direct = Het volk kan stemmen over nieuwe besluiten
D
Indirect = Het volk stemt op de Koning

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen actief & passief?
A
Actief = Mensen stemmen op jou
B
Passief = Mensen stemmen op jou
C
Actief = Jij gaat zelf stemmen
D
Passief = Je stemt op de Tweede Kamer

Slide 13 - Quiz

Links
Midden
Rechts
BBB
CDA
ChristenUnie
D66
FvD
GroenLinks
JA21
PvdA
PvdD
PVV
SP
VVD

Slide 14 - Question de remorquage

Bonus: Hoeveel zetels heb je in de Tweede Kamer nodig voor een meerderheid?
A
225
B
150
C
76
D
38

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Maken vragen van paragraaf 3.1 + 3.2 

Klaar? 
Maak er een foto van en stuur naar mij via Teams of Itslearning. 
OF 
Laat volgende week aftekenen 
AFTEKENEN = CIJFER! 

Slide 16 - Diapositive