H3C online week 51 2021
Check-in: maak een foto van de lelijkste kerstversiering in jouw huis
1 / 43
Éléments de cette leçon
Check-in: maak een foto van de lelijkste kerstversiering in jouw huis
Slide 1 - Question ouverte
Hoe gaat het?
Niks aan het handje!
Het gaat prima
Mwoah, ik word hier niet vrolijk van
Ik baal ontzettend en ik vind dit best lastig
Als ik echt eerlijk ben, gaat het niet top
Slide 2 - Sondage
Waar zie je tegenop?
Slide 3 - Question ouverte
En wat is op dit moment misschien wel een meevaller?
Slide 4 - Question ouverte
Denk terug aan de vorige periode online. Wat werkte goed voor jou en kun je anderen ook aanraden?
Slide 5 - Question ouverte
Waar heb je op dit moment vragen OF zorgen over?
Slide 6 - Question ouverte
Wat heb je nodig van mij en Sven? Denk aan deze week, maar misschien ook nog na de kerstvakantie
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Gebruik jij in appjes punten aan het einde van je zinnen?
Altijd
Soms
Nooit
Slide 10 - Sondage
Welke voorbeelden van passief-agressief puntengebruik komen jullie tegen in jullie eigen gesprekken op Whatsapp?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Welke vragen heb je over de column? Je kunt straks met me bellen om nog om tips te vragen.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Doe je mee met de herhaling van de stof van spelling?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Vul de juiste leestekens in: Vorige week toen er nog geen lockdown was schreeuwde Klaas tegen zijn moeder ik wil kerstkransjes eten
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Hoofdletters: wat is de juiste spelling?
A
kerstkransje
B
Kerstkransje
Slide 21 - Quiz
Hoofdletters: wat is de juiste spelling?
A
mevrouw Van Vliet-de Jong
B
Mevrouw van Vliet-De Jong
C
mevrouw van Vliet-de Jong
D
Mevrouw Van Vliet-De Jong
Slide 22 - Quiz
Hoofdletters: wat is de juiste spelling?
A
kerstmis
B
Kerstmis
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
pv tegenwoordige tijd: vervoeg het werkwoord. (drijven) jouw moeder je vader ook tot waanzin?
Slide 26 - Question ouverte
pv verleden tijd: vervoeg het werkwoord. Jullie (peinzen) daar toen echt niet over!
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Voltooid deelwoord: vervoeg het werkwoord. Er is deze week weer veel (gebeuren).
Slide 30 - Question ouverte
Tegenwoordig deelwoord: vervoeg het werkwoord. Jasper zit (spelen) op zijn kamer.
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Is gedeletet goed of fout?
Wij hebben dat gedeletet.
Wij hebben dat gedeletet.
A
Goed
B
Fout
Slide 36 - Quiz
Hij is op onze bank (crashen).
A
gecrasht
B
gecrashd
C
gecrashed
D
gecrashet
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Mijn moeder (managen) die stoute kinderen wel even.
Slide 40 - Question ouverte
Het (verbranden) boek
A
verbrande
B
verbrandde
C
verbranden
D
verbrandden
