Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H9, Grammatik
Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de derde naamval (dativ)
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de derde naamval (dativ)
Slide 1 - Diapositive
ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
wie: wer
wat: was
onderwerp
Beispiele:
-
Ich
kaufe ein Buch.
-
Wer
ist das?
-
Wir
gehen zum Supermarkt.
Slide 2 - Diapositive
Voorzetsels met vierde naamval
durch
door
für
voor (ten behoeve/ gunste van)
ohne
zonder
um
om
bis
tot
gegen
tegen
Slide 3 - Diapositive
mij
mich
jou
dich
hem
ihn
haar
sie
het
es
ons
uns
jullie
euch
hun/hen
sie
u
Sie
Eerste naamval Vierde naamval
ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
wie: wer
wat: was
wie: wen
wat: was
Slide 4 - Diapositive
mij
mich
jou
dich
hem
ihn
haar
sie
het
es
ons
uns
jullie
euch
hun/hen
sie
u
Sie
wie: wen
wat: was
Vierde naamval
Beispiele:
- Dieses Geschenk ist
für
mich
- Ich gehe nicht
ohne
dich aus.
- Ich spiele nicht
gegen
euch.
Slide 5 - Diapositive
ich
mir
mich
du
dir
dich
er
ihm
ihn
sie
ihr
sie
es
ihm
es
wir
uns
uns
ihr
euch
euch
sie
ihnen
sie
Sie
Ihnen
Sie
wie: wer, wem, wen
1e naamval 3e naamval 4e naamval
Slide 6 - Diapositive
Voorzetsels met derde naamval
aus
uit
bei
bij
mit
met
nach
na, naar
seit
sinds
von
van, door
zu
naar (bij personen)
Slide 7 - Diapositive
Für (wie) ist dieses Geschenk.
A
wer
B
wen
C
wem
Slide 8 - Quiz
Ich kann nicht mit (hem) …… spielen.
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 9 - Quiz
(hij) repariert das Auto.
A
Er
B
ihn
C
ihm
Slide 10 - Quiz
Ich habe immer alles für (je/jou) ….. gemacht!
A
dich
B
du
C
dir
Slide 11 - Quiz
Ich fahre zu (haar)
A
sie
B
ihr
Slide 12 - Quiz
Das Buch liegt bei (mij)
A
ich
B
mich
C
mir
Slide 13 - Quiz
Er läuft (naar mij).........
Slide 14 - Question ouverte
Ich bin am liebsten (met hem).........
Slide 15 - Question ouverte
Ich fahre (naar) Belgien.
Slide 16 - Question ouverte
Hoe moeilijk of makkelijk is deze grammatica?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
H7, Grammatik
Mars 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorzetsels met de 4e naamval
Avril 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kapitel 4: Les 4 Het persoonlijke voornaamwoord in de vierde naamval 11.09
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Leerjaar 3 persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
Mars 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 7 Persoonlijk vnw voorzetsels vierde naamval
Novembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 4: Les 4 Het persoonlijke voornaamwoord in de vierde naamval
Février 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 58 K7 Donnerstag E Grammatik
Avril 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Les 21 K7 Montag E Grammatik
Mai 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2