Leerjaar 2 persoonlijk voornaamwoord 2

            Eerste en Vierde Naamval 
         Oefeningen met differentiatie 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

            Eerste en Vierde Naamval 
         Oefeningen met differentiatie 

Slide 1 - Diapositive

Eerste naamval 
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

jij

Slide 3 - Question ouverte

wij

Slide 4 - Question ouverte

zij (enkelvoud)

Slide 5 - Question ouverte

u

Slide 6 - Question ouverte

het

Slide 7 - Question ouverte

jullie

Slide 8 - Question ouverte

ik

Slide 9 - Question ouverte

hij

Slide 10 - Question ouverte

zij (meervoud)

Slide 11 - Question ouverte

Anja arbeitet jeden Tag. ( zij ) ......... braucht Geld.
A
er
B
sie
C
es

Slide 12 - Quiz

Peter und Hans sind Freunde, ( zij ) ............. kennen sich schon 10 Jahre.
A
wir
B
ihr
C
sie

Slide 13 - Quiz

Der Hund bleibt zu Hause, (hij)........ ist krank.
A
er
B
sie
C
es

Slide 14 - Quiz

Wie viel kostet dieses Sofa? (het)....... ist sehr alt.
A
er
B
sie
C
es

Slide 15 - Quiz

Vierde naamval 

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 16 - Diapositive

mij =

Slide 17 - Question ouverte

het =

Slide 18 - Question ouverte

hem =

Slide 19 - Question ouverte

ons =

Slide 20 - Question ouverte

jullie ( 4e naamval ) =

Slide 21 - Question ouverte

jullie (1e naamval ) =

Slide 22 - Question ouverte

jou =

Slide 23 - Question ouverte

sie (meervoud) vierde naamval is

Slide 24 - Question ouverte

Repetitie opdrachten

Slide 25 - Diapositive

............... (ik) komme um 12 Uhr.

Slide 26 - Question ouverte

Soll ich ........ (hem) nach Hause bringen?

Slide 27 - Question ouverte

Wo ist das Buch? Ich sehe ......... (het) nirgendwo.

Slide 28 - Question ouverte

Kommst ....... (jij) nicht zur Schule?

Slide 29 - Question ouverte

Es regnet. Darum können ..... (wij) nicht mit dem Fahrad fahren.

Slide 30 - Question ouverte

Habt ....... (jullie) Spaß gehabt?

Slide 31 - Question ouverte

Die Mutter hat ........ (zij) schon dreimal angerufen.

Slide 32 - Question ouverte

Ich habe ......... (jullie) gestern gesehen.

Slide 33 - Question ouverte

Warum haben ....... (u) nichts gesagt?

Slide 34 - Question ouverte

Ich sehe ( hem )....... jeden Tag.
A
er
B
ihn

Slide 35 - Quiz

Warum lachst ( jij ) ..... so wenig?
A
du
B
dich

Slide 36 - Quiz

( Hij ).............. ist ein Arzt
A
er
B
ihn

Slide 37 - Quiz

Das ist für ............... (Jullie)
A
ihr
B
euch

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive