havo 3 chapitre 2 A Écouter

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

PROGRAMME

• Correction des devoirs
• Les buts
• Répétition
• A Écouter
• Au travail
• Évaluation

Réponses ex.2

1. Quel est le prix ?

2. Est-ce que tes parents te donnent de l'argent de poche ?

3. Je vais retirer de l'argent à la banque.

4. 150 euros pour un T-shirt. C'est cher !

5. 10 euros pour un T-shirt. C'est bon marché !

Réponses ex.3

Maakwerk	Voorbereiden
- écrire un message de 30 mots - faire les exercices 20 à 22 - faire un résumé du texte B en français	- apprendre le verbe avoir - s'entraîner sur l'ordinateur - apprendre le vocabulaire F

Les buts

• Ik kan specifieke informatie herkennen in een audiofragment.
  
• Ik kan vragen beantwoorden over audiofragmenten op niveau.

Herhaling

Neem over in jouw schrift!

1. Quel est le prix ?

 

2. Est-ce que tes parents te donnent de l'argent de poche ?

3. Je vais retirer de l'argent à la banque.

4. 150 euros pour un T-shirt. C'est cher !

5. 10 euros pour un T-shirt. C'est bon marché !

1. Wat is de prijs?

2. Geven jouw ouders jou zakgeld?

3. Ik ga geld opnemen bij de bank. 

4. 150 euro voor een t-shirt. Dat is duur!

5. 10 euro voor een t-shirt. Dat is goedkoop!

A Écouter

1. Wat zijn Camille en Arthur van elkaar?
   
2. Waar hebben ze met elkaar afgesproken?
   
3. Waar denk je dat het gesprek over gaat?

A Écouter

Ouvre ton livre d'exercices à la page 49.

On va écouter et faire l'exercice 4c.

Mets les phrases dans le bon ordre.

Réponses ex.4c

4 - Arthur vertelt over zijn bijbaantje.

2 - Arthur vertelt waarom hij te laat is.

3 - Camille en Arthur praten over de nieuwste aanwinst van Arthur.

1 - Camille en Arthur zijn op het Place Kléber.

A Écouter

On va écouter et faire l'exercice 4d.

Souligne la bonne réponse.

Juiste antwoorden zijn:

1 hij er langer over deed dan gedacht 

2 verbaasd over

3 zijn eigen streek

4 een berg

5 verdiend

6 Arthur

A Écouter

Ouvre ton livre de textes à la page 22.

Lees tekst A en schrijf bij ex. 4e

de Franse zinnen uit tekst A op

waarop jij jouw antwoorden bij

ex. 4d baseert.

Juiste antwoorden zijn:

1 hij er langer over deed dan gedacht 

2 verbaasd over

3 zijn eigen streek

4 een berg

5 verdiend

6 Arthur

A Écouter

Maintenant on va écouter et faire ex. 4f.

Relie les phrases à la bonne personne.

Attention! Il restent deux phrases.

Juiste antwoorden zijn:

Camille

honden uitlaten

werkt tijdens schoolvakanties

auto’s wassen

Arthur 

oppassen

werkt wekelijks

A Écouter

Maintenant on va écouter et faire ex. 4g & h.

Souligne ou coche les bonnes réponses.

Juiste antwoorden zijn:

Camille

honden uitlaten

werkt tijdens schoolvakanties

auto’s wassen

Arthur 

oppassen

werkt wekelijks

Au travail

Fais les excercices 6 et 7 avec ton voisin / ta voisine.

Réponses ex.6a

1. gagner de l'argent = geld verdienen

2. faire du baby-sitting = oppassen

3. promener les chiens = de honden uitlaten

4. garder un enfant = op een kind passen

5. laver les voitures = de auto’s wassen

6. travailler dans un supermarché = in een supermarkt werken

Évaluation

Écris trois mots que tu as appris ce cours.
Schrijf drie woorden op die jij deze les hebt geleerd.

Devoirs

Apprendre: vocabulaire A

Faire: écris les phrases de l'exercice 7 dans ton cahier.