Week 20 NE-2 mavo hoofdstuk 6 grammatica

h6 grammatica
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

h6 grammatica

Slide 1 - Diapositive

HERHALING

Slide 2 - Diapositive

Zoek bwb uit deze zin:
In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.
A
in al die jaren-bwb
B
hetzelfde uiterlijk
C
geen bwb
D
geen

Slide 3 - Quiz

De afdelingschef betaalde mij gisteren mijn loon
A
mij = onderwerp
B
mij = lv
C
mij = mwv
D
mij = bwb

Slide 4 - Quiz

De tandartsassistente gaf ik een hand.

--> De tandartsassistente =
A
o
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 5 - Quiz

Hoe kom je in het digitale boek...
- Ga naar Magister
- Ga naar het tabblad 'ELO'
- Klik op 'Bronnen'
- Zoek op 'Nieuw Nederlands' en klik erop.
- Log in met je magister gebruikersnaam en wachtwoord.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Lukt het niet?
Probeer je het op je telefoon? Dat gaat helaas niet. Je hebt een tablet of een computer nodig. 

Lukt het nog steeds niet?
Stuur een mail naar je docent via Magister en geef aan waar je vastloopt. 

Slide 8 - Diapositive

Meervoudsvormen

1 Sommige woorden op -e hebben twee meervoudsvormen. (groenten - groentes)

2 De -f verandert in een -v en de -s verandert in een -z. (duiven - sluizen)

3 Woorden op -ee krijgen er +ën bij. (ideeën)

4 Woord op -ie krijgen er +ën bij of de laatste -e komt er een trema op. (melodieën - bacteriën)

5 Woorden die eindigen op een open klinker krijgen een 's erbij. (oma's, accu's)


Slide 9 - Diapositive

Meervoudsvormen

6 Woorden eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling. (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)

7 Woorden eindigend op -man, worden -mannen, -lui en -lieden. ( zeelui - zeelieden)

8 Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang. (musea - data - neerlandici)

9 Sommige woorden hebben geen meervoud of zijn er alleen in meervoud. (hersenen- rijst)

Slide 10 - Diapositive

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 11 - Quiz

Noteer het meervoud van datum

Slide 12 - Question ouverte

Noteer het meervoud van café
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Maken opdracht 1/2/5/8

Slide 16 - Diapositive

NOG NIET KLAAR .... 

Slide 17 - Diapositive