7.1 Mens en milieu en 7.2 Voedselproductie

Mens en milieu en Voedselproductie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Mens en milieu en Voedselproductie

Slide 1 - Diapositive

De aarde gebruiken
Hoeveel aardes hebben we nodig om jouw manier van leven vol te kunnen houden?

Met andere woorden: wat is jouw ecologische voetafdruk?

Slide 2 - Diapositive

We gebruiken de aarde op 5 manieren:
  • 1. Energie: voor verwarming, koken, licht, vervoer.
  • 2. Voedsel: plantaardig en dierlijk voedsel
  • 3. Water: om te drinken, te wassen en voedsel te bereiden (in Nederland gebruiken we ongeveer 128 L per persoon per dag).
  • 4. Grondstoffen: voor alle spullen die we gebruiken, zoals katoen, ijzer, hout, aardolie, steen. (denk maar aan Catan)
  • 5. Afval: huishoudelijk afval, papier, plastic, afvalwater en afvalgassen

Slide 3 - Diapositive

Ecologische voetafdruk
Als iedereen op de wereld zou leven zoals de mensen in Nederland, zouden we 3,5 aarde nodig hebben.



Slide 4 - Diapositive

Per persoon zijn er 2,5 voetbalvelden beschikbaar maar we gebruiken er wel 8 

Slide 5 - Diapositive

Wat zou je kunnen doen om jouw ecologische voetafdruk te verkleinen?

Slide 6 - Question ouverte

Gebruik van producten
  1. Moet eerst worden gemaakt (grondstoffen, energie)
  2. Daarna wordt het verpakt (grondstoffen, energie)
  3. Dan wordt het vervoerd (energie/brandstoffen > uitlaatgassen)
  4. Gebruik (opladen/stroom > kost energie)
  5. Afval


Slide 7 - Diapositive

Hoe kunnen we zorgen dat we de aarde niet uitputten?
Mensen moet weer aanvullen wat ze gebruiken, net zoals de natuur doet 

Voedselkringloop en de kringloop van verbranding en fotosynthese




Dit zijn gesloten kringlopen; ze kunnen steeds maar doorgaan.

Slide 8 - Diapositive

Duurzame energie
Duurzame energie:
Windmolens
Zonnepanelen
Waterkracht

Slide 9 - Diapositive

Biologische landbouw
Biologische Landbouw =  vorm van landbouw waarbij het milieu en dierenwelzijn centraal staan                                                  

  -  weinig bestrijdingsmiddelen
  • verschil gangbare en biologische landbouw
  • nadeel biologische landbouw


Slide 10 - Diapositive

Het afval wat wij produceren kan deels worden hergebruikt; geen nieuwe grondstoffen nodig!
Huishoudelijk afval:
  • Composteren
  • Recycling
  • Hergebruik
  • Verbranden
  • Storten
  • Grof vuil
  • Klein chemisch afval

Slide 11 - Diapositive

Maak de opdrachten van 6.1

Slide 12 - Diapositive

Voedselproductie

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt manieren noemen om een grotere productie van voedsel te verkrijgen.

Slide 14 - Diapositive

Soorten landbouw
Door het klimaat is Europa geschikt voor landbouw. Er zijn verschillende soorten landbouw.

akkerbouw                      veeteelt                                 tuinbouw

Slide 15 - Diapositive

Akkerbouw
Monocultuur
1 soort verbouwen

Slide 16 - Diapositive

Bescherming
Één van de grootste uitdagingen voor boeren: beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen (insecten, bacteriën en schimmels)

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 17 - Diapositive

Bodembewerking
Grond wordt verbeterd op meerdere manieren:
  • Bemesting (kunstmest/stalmest)
  • Ploegen/eggen

Slide 18 - Diapositive

Plantenveredeling
Veredeling: planten zo kweken dat ze betere eigenschappen krijgen
Vroeger: fokken door de beste planten te kruisen
Tegenwoordig: DNA-onderzoek en genetische modificatie.





Slide 19 - Diapositive

Selectie
Uitzoeken welke dieren of planten zich gaan voortplanten en welke niet.
Kunstmatige selectie (= door de mens)
Bij veeteelt en planten  - veredeling


Slide 20 - Diapositive

Genetische modificatie
voordelen
nadelen

Slide 21 - Diapositive

Zelfstandig werken
Basis: lz + m 6.1 + 6.2
Kader: lz + m 7.1 + 7.2

Slide 22 - Diapositive