P1 Debat Les 2 THEORIE

Les 2. Speechen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 2. Speechen

Slide 1 - Diapositive

Speechen
Een Engels begrip!

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent 'speechen'?
A
speeksel dooslikken na een gesprek
B
presenteren
C
een redevoering
D
een toespraak

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Waar let je op bij presenteren?

Slide 5 - Diapositive

Houding
- Ga stabiel staan
- Gebruik gebaren
- Oogcontact


Slide 6 - Diapositive

Kijk naar je publiek (de jury!)
Maak oogcontact met de mensen die je wilt overtuigen/beïnvloeden.

Slide 7 - Diapositive

Stem
Volume
Variatie
Tempo en rust

Slide 8 - Diapositive

Tijdens het presenteren zet je je voeten tegen elkaar aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Als ik presenteer:
A
Lees ik alles op van mijn blaadje
B
Zeg ik mijn naam en leg ik uit wat ik ga vertellen
C
Kijk ik nooit iemand aan
D
Houd ik géén vaste volgorde aan

Slide 10 - Quiz

Tijdens het presenteren gebruik je je handen en beweeg je.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Presenteren in een bedat is:
A
Je verhaal vertellen
B
Je verhaal boeiend vertellen
C
Boeiend vertellen, een goed onderbouwd verhaal vertellen en je lichaamshouding aanpassen
D
Boeiend vertellen en na afloop vragen stellen.

Slide 12 - Quiz

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
A
Om anderen te overtuigen
B
Handig voor later, voor als je werkt
C
Om anderen wat te leren
D
Omdat het leuk is om te doen

Slide 13 - Quiz

In de praktijkles
In de praktijkles ga je oefenen met houding, oogcontact en stem.

Slide 14 - Diapositive

In de praktijkles
In de praktijkles krijg je een voorbeeldspeech over de stelling “Huiswerk moet worden afgeschaft”. 

Slide 15 - Diapositive

Maar....
Presenteren is niet alleen letten op je houding, het maken van oogcontact en het goed gebruiken van je stem.
We letten ook op de 'structuur'

Slide 16 - Diapositive

De structuur van het presenteren

Slide 17 - Diapositive

De structuur van het presenteren
1. Opening: met inhoudelijk minimaal de volgende 2 zaken
- Inleiding
- Uitleg stelling

Slide 18 - Diapositive

De structuur van het presenteren
1. Opening: 
Met inhoudelijk minimaal de volgende 2 zaken:
- Inleiding
- Uitleg stelling


Slide 19 - Diapositive

De structuur van het presenteren
2. Aankondiging argumenten
- 2 labels: 
Labelen van je argumenten wil zeggen dat je ze een naam geeft. Bijv.: 
Voor het verbieden van de bio-industrie heb ik drie argumenten: een milieu-argument, een gezondheidsargument en een dierenwelzijnsargument. 
Beter is nog als de labels pakkend zijn.

Slide 20 - Diapositive

De structuur van het presenteren
3. Uitwerking argumenten
- Argumentatie bij de 2 labels

Slide 21 - Diapositive

De structuur van het presenteren
4. Afsluiting
- Opsomming (van de gegeven argumenten)
- Slotzin (met daarin een conclusie)

Slide 22 - Diapositive

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe maak je een presentatie pakkend?
A
Je doet iets onverwachts.
B
Je geeft hele concrete voorbeelden.
C
Je vertelt een spannend verhaal.
D
Je gebruikt je zintuigen.

Slide 23 - Quiz

Je opent inhoudelijk een debat met minimaal 2 zaken
A
inleiding + voorstellen
B
voorstellen + argumenten
C
inleiding + stelling
D
stelling + argumenten

Slide 24 - Quiz

Het labelen van je argumenten wil zeggen dat
A
ze een stempel negatief krijgen
B
ze een stempel positief krijgen
C
je ze een naam geeft
D
je argumenten geeft

Slide 25 - Quiz

Hoe sluit je jouw presentatie in het debat af?

Slide 26 - Question ouverte

V

Slide 27 - Diapositive

Verdedig het onverdedigbare!

Slide 28 - Diapositive

In de praktijkles
In de praktijkles wordt er geoefend met de volgende 5 stellingen.
- Één op de miljoen sigaretten moet een zwaar explosief bevatten.
- Kinderen mogen pas vlees eten nadat zij zelf een boerderijdier hebben geslacht.
- In de spits moeten reizigers verplicht bij elkaar op schoot gaan zitten.
- Nieuwe huizen moeten gebouwd worden met maar één slaapkamer voor het hele gezin.
- Alle WC’s moeten doorzichtige wanden krijgen.








Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Neem bij het oefenen de structuur mee!

Slide 31 - Diapositive

Einde theorie
les 2 Speechen

Slide 32 - Diapositive