Periode 4 - week 22 - Lezen H. 3.2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3.2 Lezen

Leerstof toetsweek

H.1 t/m H.4 Lezen

Zie ook planner

Ma. 7 juni	Di. 8 juni (v.l.)	Ma. 14 juni
Antonius + Bas	Nina + Julia Z.	Soeroer + Rayhana
Tobia + Michel	Julia R. + Thomas S.	Vita + Lotte
Finn + Ferrie	Bloeme + Kasia	Manal + Ilayda
Timo + Thomas	Ayla + Wesley	Niels B. + Dico
Dani + Sarah	xxxxxxx (v.l.)	Niels T. + Akram

5 

duo's per les

Maandag 31 mei

week 22

Wat gaan we doen:

  

• Maken + nakijken H. 3.2 Lezen, blz. 102, opdr. 9 t/m 13
• Filmpje drogredenen

                                                              

   -->Deze periode, lesboek mee!                                                                 

Aan de slag

Maken + huiswerk:

H. 3.2 Lezen, blz. 103, opdr. 9 t/m 13

                                                                    

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Hoe brengt hij structuur aan in zijn openingspleidooi?

Hoe brengt hij structuur aan in zijn openingspleidooi?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Welke partij vond je sterker (de voorstanders of de tegenstanders)? Waarom?

Welke partij vond je sterker (de voorstanders of de tegenstanders)? Waarom?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Richt zij zich tot de jury of tot haar tegenstander? Hoe doet zij dit?

Richten de sprekers zich tot elkaar of tot de jury? Wie moet je overtuigen bij een debat?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Richt zij zich tot de jury of tot haar tegenstander? Hoe doet zij dit?

Richten de sprekers zich tot elkaar of tot de jury? Wie moet je overtuigen bij een debat?

Richt zij zich tot de jury of tot haar tegenstander? Hoe doet zij dit?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Richten de sprekers zich tot elkaar of tot de jury? Wie moet je overtuigen bij een debat?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Welke partij vond je sterker (de voorstanders of de tegenstanders)? Waarom?

Hoe brengt hij structuur aan in zijn openingspleidooi?

Richten de sprekers zich tot elkaar of tot de jury? Wie moet je overtuigen bij een debat?

Richt zij zich tot de jury of tot haar tegenstander? Hoe doet zij dit?

Welke partij vond je sterker (de voorstanders of de tegenstanders)? Waarom?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Hoe brengt hij structuur aan in zijn openingspleidooi?

Leren argumenteren

Filmpje drogredenen

Handig voor je speech!

Welke partij vond je sterker (de voorstanders of de tegenstanders)? Waarom?

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Welke drie argumenten worden er genoemd? Noem de labels en (kort) de onderbouwingen.

Richten de sprekers zich tot elkaar of tot de jury? Wie moet je overtuigen bij een debat?

Hoe brengt hij structuur aan in zijn openingspleidooi?