10.2 De eigenschappen van zuren

10.2 De eigenschappen van zuren
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

10.2 De eigenschappen van zuren

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
  • Je kunt vier algemene eigenschappen van zure oplossingen beschrijven.
  • Je kunt vier bekende zuren en hun bijbehorende formule noemen.
  • Je kunt de relatie beschrijven tussen een zure oplossing, vrij bewegende H+-ionen en stroomgeleiding.
  • Je kunt uitleggen welke stof er bij de elektrolyse van een zure oplossing aan de negatieve elektrode ontstaat.
  •  Je kunt beschrijven hoe zure stoffen oplossen in water en dit in een reactievergelijking noteren.
  • Je kunt het proces van etsen uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Veelvoorkomende zuren 
Azijn: azijnzuur HAc(l)

Zure regen: salpeterzuur HNO3(l)

Maagsap/zoutzuur: waterstofchloride HCl(g)

Accuzuur: zwavelzuur H2SO4(l)

Prik: koolzuur H2CO3 (g)
Moet je deze uit je hoofd leren? Ja, natuurlijk ;-)

Slide 3 - Diapositive

Algemene moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit moleculen: ongeladen deeltjes die uit atomen bestaan. 

Als je deze oplost laten ze elkaar los. Maar doordat het ongeladen deeltjes zijn, kunnen ze geen stroom geleiden. Ook niet in vloeibare of vaste toestand. 

Maar zuren zijn dan net even een bijzondere groep....

Slide 4 - Diapositive

Zuren oplossen
Want als je zuren gaat oplossen ontstaan namelijk geladen deeltjes: ionen. Doordat zuuroplossingen H+ -ionen en negatieve ionen bevatten geleiden zuuroplossingen wél elektrische stroom. 

Je kunt dus ook elektrolyse toepassen op een zuuroplossing. 

Slide 5 - Diapositive

Zuuroplossing elektrolyseren
Aan de negatieve kant krijg je dan wel altijd waterstofgas. 
Aan de positieve kant krijg je het zuurrest-ion. (wat overblijft)

Zuur -> waterstof-ion(en) + zuurrest-ion. 

bv: 
HCl(g) -> H+ (aq) + Cl- (aq)

Slide 6 - Diapositive

Zuren oplossen
HCl (g) ---> H+ (aq) + Cl- (aq)

H2CO3 (l) ---> 2 H+ (aq) + CO32- (aq)

Slide 7 - Diapositive

Zuurconcentratie
Een sterk zuur heeft een lage pH. Je kunt deze wel minder sterk maken door te verdunnen. 

Je kunt niet hoger dan 7, want je kan een zure oplossing door te verdunnen hoogstens neutraal maken. 

Slide 8 - Diapositive

Zuren met metalen
Zuuroplossingen kunnen ook reageren met onedele metalen. Dan worden de H+-ionen omgezet in waterstofgas. 

Deze reactie kun je bewust toepassen, dan noem je dat etsen. 

Slide 9 - Diapositive

Zuur?
1. Zuren zijn moleculaire stoffen, dus ze zijn uitsluitend verbindingen van niet-metaalatomen.

2. Zuren kunnen in alle fases voorkomen, dus gasvormig, vloeibaar of vast. 

3.  Alle zuren bevatten waterstof, in de formule wordt waterstof als eerste genoemd. 

4. Zuren kunnen hun waterstof atoom afstaan, dus ze kunnen H+ afstaan. 

5. Zuren kunnen elektriciteit geleiden wanneer je ze oplost in water. 

Slide 10 - Diapositive

1

Slide 11 - Vidéo

03:27
Ehm, ja... wij hebben die tabel dus niet in onze binas (havo wel). Dus wij moeten ze wel uit ons hoofd kennen.... 

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
LEES de tekst van 10.2 en MAAK de opdrachten

Slide 13 - Diapositive