7.5 Formules met wortels


Formule met wortels
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Formule met wortels

Slide 1 - Diapositive

wortels uitrekenen met de rekenmachine
Je kunt je wortels heel makkelijk uit rekenen met je rekenmachine, maar je moet wel op een paar dingen letten.
Heb je een casio fx-82MS gebruik dan de gele slides.
Heb je een casio fx-82EX gebruik dan de groene slides.

Slide 2 - Diapositive

Casio FX 82MS
Je gebruikt het wortelknopje op de rekenmachine.
probeer maar een √9 = 3

Let op:
Als je               moet uitrekenen voor h = 3.
Je moet dan               uitrekenen. Op je rekenmachine typ je dan in:

Je zet dus alles tussen haakjes wat onder het wortel teken staat

2h
2x3
(2x3)

Slide 3 - Diapositive

Casio FX 82MS



Wil je dit uitrekenen voor een gewicht van 100 kg dan moet je de volgende stappen op je rekenmachine doen

Op je rekenmachine typ je in:
√(100:25) = 2
 
Dus alles tussenhaakjes zetten.

lengte=25gewicht
25100

Slide 4 - Diapositive

Casio fx-82-EX
Je gebruikt het wortelknopje  op de rekenmachine.
probeer maar een √9 = 3

Als je            moet uitrekenen voor h = 3.
Je moet dan                 uitrekenen. Op je rekenmachine typ je dan in:

Je rekenmachine zet alles automatisch onder de wortel.






2h
2x3
2x3

Slide 5 - Diapositive

Casio FX 82ES



Wil je dit uitrekenen voor een gewicht van 100 kg dan moet je de volgende stappen op je rekenmachine doen
Op je rekenmachine typ je eerste het wortel knopje in en en daarna de breukenknop (links van de wortel)
Daarna vul je de getallen in en je rekent het uit.



Als je het goed hebt gedaan komt er 2 uit.

lengte=25gewicht
25100

Slide 6 - Diapositive

Bereken de √29 en rond af op 2 decimalen.

Slide 7 - Question ouverte

Bereken 3 x √49
A
54
B
12,12
C
21
D
12,13

Slide 8 - Quiz

Bereken√(9x4)
A
12
B
6
C
18
D
5

Slide 9 - Quiz

Bereken
2800
A
28,28
B
14,14
C
40
D
20

Slide 10 - Quiz

Aan de slag: paragraaf 7.5 maken.
                        

Slide 11 - Diapositive