B&L begeleider deel 1 leereenheid 5 Fair Play

Leereenheid 5
Fair play
les 1
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BewegingsonderwijsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leereenheid 5
Fair play
les 1

Slide 1 - Diapositive

Fair play

Slide 2 - Carte mentale

Fairplay

Fair play in brede zin heeft te maken met sportexterne waarden en normen.


Fai play in enge zin heeft betrekking op de sportinterne waarden en normen:
  • Formele fair play: Spelen volgens formele regels
  • Informele fair play: Spelen naar de geest van het spel

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wanneer speel je het spel fair play?

Om antwoord op deze vraag te geven heb je een definitie nodig: (zie uitleg vraag)

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer speel je het spel fair play?

Om antwoord op deze vraag te geven heb je een definitie nodig: (zie uitleg vraag)

Slide 6 - Question ouverte

F
o
r
m
e
l
e
 
r
e
g
e
l
s
I
n
f
o
r
m
e
l
e
 
r
e
g
e
l
s
Bij judo is er een indeling op leeftijd
Als iemand geblesseerd op het veld ligt speel ik de bal uit het veld
Voetbal speel je zonder gebruik te maken van je handen en armen
Bij waterpolo draag je een cap
Bij zwemmen moet de zwemkleding bestaan uit 'gewoon' textiel
Respect tegenover de scheidsrechter
Langs de lijn bemoei jij je niet met het spel
Scheidsrechter bedanken voor de wedstrijd

Slide 7 - Question de remorquage

Elementen fair play
1. Het spel spelen volgens de bedoeling van het spel
2. Je houden aan spelregels
  • Formele regels 
  • Informele regels
3. Gelijke start- en winstkansen hebben
4. Respectvol omgaan met anderen

Slide 8 - Diapositive

Fair play dimensies
1. Individuele dimensie
    - Individuele verantwoordelijkheid van betrokkenen zoals sporter, trainers en coaches, ouders, toeschouwers, scheidsrechters etc.
    - Fair play op praktijk niveau

2. Structurele dimensie
    - Verantwoordelijkheid van sportorganisaties, sportbonden
    - Fair play op organisatie niveau

Slide 9 - Diapositive

De sport- en bewegingsleiders
De sport- en bewegingsleiders vormen een heel belangrijke groep. Zij moeten het voorbeeld geven en sporters aanzetten, stimuleren, tot gedrag wat past binnen de fair play gedachte!

Werkvorm:
In een break-out room ga je met jouw groepje brainstormen welke vuistregels belangrijk zijn voor de rol trainer/coach. 
1 persoon is verantwoordelijk voor het aanvullen van de 'padlet'. 

Slide 10 - Diapositive

Aan het eind van de wedstrijd geef je de tegenstander een hand.

Dit is een voorbeeld van een ... regel
A
Formele regel
B
Informele regel

Slide 11 - Quiz

Geef je mening:
De sport heeft te kampen met zaken als spelverruwing en geweld op en om het veld, beledigingen en geweld tegen scheidsrechter, gebruik van doping en discriminatie

Slide 12 - Diapositive

Fair play en doping
Doping is verboden vanwege:
  • Prestatie bevorderende werking
  • Risico's voor gezondheid

(Fysieke/mechanische doping)

Slide 13 - Diapositive

Fair play en vertaling naar basisregels
  1. Vertaling algemene fair play gedachte naar een visie op fair play. 
  2. Vertaling van deze visie naar concrete basisregels
  3. Toezien op naleving basisregels. 
        - Strafmaatregelen bij unfair gedrag
        - Belonen bij fair gedrag
        - Samenwerken met andere verenigingen

Slide 14 - Diapositive

Basisregels vertellen precies welke handelingen wel goed zijn bijvoorbeeld:

  • Altijd de bal spelen en niet de tegenstander
  • De tegenstander voor en na de wedstrijd een hand geven
  •  De scheidsrechter na afloop bedankten
Basisregels vertellen eveneens welke handelingen niet getolereerd worden:

  • Schelden
  • Natrappen
  • Blijven zeuren over een beslissing van de scheidsrechter

Slide 15 - Diapositive

Wat doet jouw sportorganisatie aan fair play?

Slide 16 - Question ouverte

Fair play en 
mini sport
Het draait om de essentie van het spel. 

Fair play is niet alleen het houden aan spel regels maar ook flexibel te kijken naar de mogelijkheden van de sporters.

Wie kent er nog meer voorbeelden?

Slide 17 - Diapositive




Einde les 1

Slide 18 - Diapositive

Leereenheid 5
Fair play
les 2

Slide 19 - Diapositive

Wat is ook alweer fair play?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is fair play


Fair play speelt zich eigenlijk af op 2 niveaus. Zoals houd je je aan de regels van het spel. Aan de andere kant heeft het te maken of je naar de geest/aard van het spel speelt.

Slide 21 - Diapositive

!! Fair play dimensies !!
1. Individuele dimensie
    - Individuele verantwoordelijkheid van betrokkenen zoals sporter, trainers en coaches, ouders, toeschouwers, scheidsrechters etc.
    - Fair play op praktijk niveau

2. Structurele dimensie
    - Verantwoordelijkheid van sportorganisaties, sportbonden
    - Fair play op organisatie niveau

Slide 22 - Diapositive

Bij welk element van fair play hoort het volgende voorbeeld?

Groeten na de wedstrijd
A
Spelen volgens de bedoeling
B
Je houden aan regels
C
Respectvol omgaan met anderen
D
Gelijke start- en winstkansen

Slide 23 - Quiz

Geef aan of het kenmerk 'sportinterne waarden' een voorbeeld is van fair play in 'enge zin' of in 'brede zin'.
A
Enge zin
B
Brede zin

Slide 24 - Quiz

Is onderstaande stelling juist of onjuist?

Regels voor ouders langs de lijn is een voorbeeld van fair play op organisatie niveau
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Waardoor is er een afname van geweld in de sport?
A
Er rust een maatschappelijke taboe op geweld.
B
Er zou minder aandacht zijn voor fair play
C
De regels zijn versoepeld
D
Sporters worden steeds sportiever

Slide 26 - Quiz

Fair play en vertaling naar basisregels
  1. Vertaling algemene fair play gedachte naar een visie op fair play. 
  2. Vertaling van deze visie naar concrete basisregels
  3. Toezien op naleving basisregels. 
        - Strafmaatregelen bij unfair gedrag
        - Belonen bij fair gedrag
        - Samenwerken met andere verenigingen

Slide 27 - Diapositive

Fair play en de vertaling naar basisregels:
Deze opdracht doe je in een klein groepje in een break-out room:

  1. Maak met je groepje een keuze voor een bepaalde tak van sport. Stel voor een sportvereniging of sportorganisatie van die tak van sport een visie op fair play op. 
  2. Presenteer je visie kort aan de andere groepjes.
  3. Kom met elkaar tot een aantal algemene aspecten van een visie op fair play.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Noem een voorbeeld van fair play in de beroepspraktijk (bijv.je stage) en leg uit waarom dit een voorbeeld is van fair play

Slide 30 - Question ouverte

3,2,1 chat
Je schrijft in de chat een reactie op onderstaande stelling. Wacht op het teken voordat je hem op verzenden drukt. 

Aangezien dopingcontrole nooit 100% waterdicht is, kan doping beter gelegaliseerd worden.

Slide 31 - Diapositive

Vragen over het hoofdstuk 
fair play?

Slide 32 - Diapositive




Einde lessen

Slide 33 - Diapositive