De Bloedsomloop

De Bloedsomloop
Welkom klas 2

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

De Bloedsomloop
Welkom klas 2

Slide 1 - Diapositive

       Je leerdoelen:  
- Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met kenmerken en functie
- Je kunt slagaders en aders benoemen in het menselijk bloedvatenstelsel 
- Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functie


Slide 2 - Diapositive

Planning: 
- 20 min: uitleg
- 10 min: aan het werk
- evaluatie en huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Orgaanstelsels

Slide 4 - Diapositive

Het bloedvatenstel

Slide 5 - Diapositive

Kleine bloedsomloop

Slide 6 - Diapositive

Grote bloedsomloop

Slide 7 - Diapositive

De grote bloedsomloop
- grote bloedsomloop 

  • linkerkamer
  • aorta
  • haarvaten in de organen
  • holle ader
  • rechterboezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 8 - Diapositive

Drie verschillende vaten
- Brengt zuurstofrijk bloed van hart naar orgaan 
- Dikke wand
- Hoge bloeddruk
- Lage bloeddruk
- Brengt zuurstofarm bloed van orgaan naar hart
- Dunnere wand en kleppen
- Naam is meestal het orgaan waar de slagader naartoe gaat
- Naam is meestal het orgaan waar de ader vandaan komt

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken bloedvaten
Wand
Bloeddruk
Kleppen
Slagader
Dik en gespierd
Hoog (zelfde als hartslag)
Nee
Haarvat
Heel dun (1 cellaag)
Heel laag
Nee
Ader
Dun
Laag
Ja

Slide 10 - Diapositive

De dubbele bloedsomloop
Mensen hebben een dubbele
bloedsomloop.
Dat betekent dat het bloed 2x door 
het hart gaat voor een hele omloop.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Bloedvat 1 is...
Bloedvat 2 is...
Bloedvat 3 is...
A
1. Ader 2. Haarvat; 3 slagader
B
1. slagader, 2. ader; 3. haarvat
C
1. Haarvat; 2. slagader; 3. ader
D
1. Slagader; 2. haarvat; 3. Ader

Slide 13 - Quiz

Je ziet een bloedvat op het plaatje hiernaast. Wat voor bloedvat is het?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dat is niet te zeggen

Slide 14 - Quiz

Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 15 - Quiz

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 16 - Question de remorquage

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 17 - Question de remorquage

Welke functies hebben de bloedsomlopen?
Sleep de functies naar de juiste bloedsomloop.

Grote Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Zuurstof afgeven aan cellen
Zuurstof opnemen in het bloed
koolstofdioxide afgeven aan de longen
koolstofdioxide opnemen in het bloed

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is de bloeddruk?
A
Druk die het bloed uitoefent in een haarvat
B
Druk van bloed op wanden van slagaders
C
Druk van bloed op alleen de linkerkamer
D
Bloed dat heel veel energie heeft

Slide 19 - Quiz

De bloeddruk is het laagste in
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders

Slide 20 - Quiz

In slagaders is de bloeddruk:
A
gemiddeld
B
laag
C
hoog

Slide 21 - Quiz