Bevolking 8.4

Herhaling 8.3
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 8.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

In deze grafiek zie je wanneer de welvaart in een land toeneemt het vruchtbaarheidscijfer is deze landen lager wordt. 

Naarmate een land zich ontwikkeld worden er ook minder kinderen geboren.
Wat zie je in de grafiek? Wat verteld de grafiek jou?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

De wereldbevolking is sterk gegroeid sinds 1950. De onderste lagen (jongere leeftijden) waren in het verleden veel breder, wat wijst op hoge geboortecijfers. De toekomstige projecties (gele gebieden) laten zien dat de bevolkingsgroei vertraagt.]

De oudere leeftijdsgroepen (70+ jaar) worden steeds prominenter. Dit geeft aan dat mensen langer leven, waarschijnlijk door verbeteringen in gezondheidszorg, voeding en levensstandaard.

Slide 5 - Diapositive

Hier zie je dat de meeste kinderen worden geboren in landen van de sub-sahara
Waarom is het TFR in sommige
Afrikaanse landen hoog?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen we het TFR in (Afrika) laten dalen?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4 Emigratie
= het proces waarbij mensen hun land van herkomst verlaten om zich in een ander land te vestigen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Verhouding tussen emigratie en immigratie. 

migratiesaldo: 
Positief migratiesaldo → Er komen meer mensen een land binnen dan dat er vertrekken. Dit betekent bevolkingsgroei door migratie.
Negatief migratiesaldo → Er vertrekken meer mensen uit een land dan dat er binnenkomen. Dit kan leiden tot bevolkingskrimp.

Slide 10 - Diapositive

Van de emigranten die in Nederland geboren zijn, verhuist het grootste deel naar België (14,1 procent) of Duitsland (11,5 procent). Ook gaan relatief veel mensen naar Spanje en Groot-Brittannië. Bij emigranten van de tweede generatie staan Turkije en Polen ook in de top 10. Mensen met een Nederlandse herkomst vertrekken minder vaak naar deze landen.

Slide 11 - Diapositive

De Nederlandse overheid stimuleerde emigratie: 
- Actieve voorlichting
- Financiële en praktische ondersteuning
- Samenwerking met bestemmingslanden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hebben wij tegenwoordig te maken met massamigratie?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Redenen om een land te verlaten?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Redenen om naar een land te toe te gaan?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Remigratie
= het proces waarbij een migrant terugkeert naar het land van herkomst na een periode in het buitenland te hebben gewoond.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werken aan opdrachten! 
8.2 + 8.3 --> eindopdrachten 
8.1 t/m 8.4 --> huiswerk 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions