7 ECONOMIE H7

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

ECONOMIE 7.1

Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)

op tafel

Vandaag

Toets bespreken. 

Instructie 7.1

Maken opgaves 7.1

Leerdoelen 7.1

• Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  
• Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
  
• Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Rijks overheid 

- wetten en regels

Gemeente

- jeugdzorg en ouderenzorg

- Passporten/rijbewijzen

Waterschappen

- Maatregelen overstroming

- Waterzuivering

Provincie 

- Bepaalt waar steden en dorpen uitbereiden (natuur)

Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.

- Subsidie (je krijgt geld van de overheid voor een bepaald doel)

- Belastingen (je betaald de overheid)

Maar waarom?

collectieve goederen.

collectieve goederen.

• Waarom regelt de overheid deze dingen?

Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.

Collectief: Voorbeelden op de vorige pagina.

Particulier: Wat zijn dan particuliere sectoren?

Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Zorg verzekering.

Leerdoelen 7.1

• Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  
• Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
  
• Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

ECONOMIE 7.2

Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)

op tafel

Leerdoelen 7.1

• Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  
• Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
  
• Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Leerdoelen 7.2

• Je kunt uitleggen waarom er sociale zekerheid is.
  
• Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel te maken heeft met sociale zekerheid.
  
• Je kunt de verschillen uitleggen tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.
  
• Je kunt twee overheidsmaatregelen noemen om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.

Je kunt uitleggen waarom er sociale zekerheid is.

Een sociale overheid: 

Iedereen moet zijn eigen inkomen verdienen. 

Maar als je ziek wordt of om een andere reden niet meer kan werken, dan helpt de overheid!

Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel te maken heeft met sociale zekerheid.

Solidariteit?

Je kunt de verschillen uitleggen tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.

Werknemersverzekering: WW/WIA 

Volksverzekering: AOW/ANW

Sociale voorziening: bijstandsuitkering, huurtoeslag zorg toeslag.

Je kunt twee overheidsmaatregelen noemen om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.

Verhogen AOW-leeftijd: 

Participatiewet: als je arbeidsongeschikt wordt, toch opzoek naar werk dat je wel (gedeeltelijk kan doen) zo krijg je toch inkomen uit werk.

Huiswerk 7.2

• Je kunt uitleggen waarom er sociale zekerheid is.
  
• Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel te maken heeft met sociale zekerheid.
  
• Je kunt de verschillen uitleggen tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.
  
• Je kunt twee overheidsmaatregelen noemen om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.

ECONOMIE 7.3

Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)

op tafel

Vandaag

- Vorige keer - De overheid 

- Leerdoelen 7.3 

- Voorbereiden Herkansing / maken 7.3

Vraag 1: welke overheidslagen is verantwoordelijk voor het maken van wet&regel geving?

Gemeente 

Rijksoverheid

Vraag 2: welke overheidslaag is verantwoordelijk voor het uitgeven van paspoorten en Rijbewijzen?

Provincie 

Gemeente

Vraag 3: Welke financiële maatregel kan een overheid nemen om burgers te beïnvloeden? 

Belastingen 

verzekeringen

Vraag 4: De overheid geeft subsidie om een kaartje bij het zwembad te kunnen kopen. De prijs zonder subsidie is €7,95 de prijs met subsidie is €4,50. 

A. Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje voor het zwembad.

B. Geef een reden waarom de gemeente subsidie geeft om naar het zwembad te gaan.

Nederland is een verzorgingsstaat met sociale zekerheid. 

A. Wat is sociale zekerheid? 

B. Leg uit dat het solidariteitsbeginsel nodig is om sociale zekerheid mogelijk te maken. 

Leerdoelen 7.3

• Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.
  
• Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.
  
• Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.
  
• Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

Je kuntJe kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen. enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.

• BTW/accijns 
• Inkomsten belasting 
• Vennootschapsbelasting (BV/NV) 

Directe belasting of indirecte belasting? 

Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.

De sterkst schouders dragen de zwaarste lasten:

wat je moet begrijpen: 

• Over de 1e € 75.518 betaalt u 36,97% belasting.
• Over alles daarboven betaal je 49,50%.

Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.

• Over de 1e € 75.518 betaalt u 36,97% belasting. 
• Over alles daarboven betaal je 49,50%. 

- Bereken de te betalen belasting als je 50.000 verdiend 

- Bereken de te betalen belasting als je 130.000 verdiend

Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

- Motorrijtuigenbelasting

Huiswerk 7.3

• Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.
  
• Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.
  
• Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.
  
• Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

ECONOMIE 7.4

Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)

op tafel

Examen jaren

Afspraken: 

Luisteren

Spullen mee (rekenmachine schrift pen en Chromebook)

Vandaag

Instructie

maken 7.4 

Leerdoelen 7.4

• Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.
  
• Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
  
• Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
  
• Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.

Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.

Het kabinet maakt de:

Miljoenennota: Waar hebben ze de keuzes gemaakt?

Rijksbegroting:

Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.

https://www.youtube.com/watch?v=U8HFuBeiQBE

Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.

Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.

Begrotingstekort 

Begrotingsoverschot

Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.

Staatschuld = 470 miljard euro

BBP = 1033 miljard euro

Europese regel is dat de staatsschuld niet hoger mag zijn dan 60% van het BBP

Voldoet Nederland aan de Europese regels?

Leerdoelen 7.4

• Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.
• Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
• Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
• Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.

ECONOMIE 

Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)

op tafel

Vandaag 

- Voorbereiden Toets

- Leerdoelen H7 

- Zelfstandig leren 

Leerdoelen 7.1

• Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  
• Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
  
• Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
  
• Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Leerdoelen 7.2

• Je kunt uitleggen waarom er sociale zekerheid is.
  
• Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel te maken heeft met sociale zekerheid.
  
• Je kunt de verschillen uitleggen tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.
  
• Je kunt twee overheidsmaatregelen noemen om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.

Leerdoelen 7.3

• Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.
  
• Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.
  
• Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.
  
• Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

Leerdoelen 7.4

• Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.
  
• Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
  
• Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
  
• Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.

Vraag 4: De overheid geeft subsidie om een kaartje bij het zwembad te kunnen kopen. De prijs zonder subsidie is €8,95 de prijs met subsidie is €6,50. 

A. Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje voor het zwembad.

Hoeveel procent van de Nederlandse uitgaven wordt besteedt aan sociale zekerheid

Leren voor H7

-Begrippen leren  (ook weet je het nog/leer tekst)

-Reken opgaven oefenen (groene pagina of digitaal)

-Oefen opgaven maken