Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quiz
De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Een mens heeft meer typen reukzintuigcellen dan typen smaakzintuigcellen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Barbara heeft bruine ogen. Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
Slide 6 - Quiz
Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er impulsen naar de hersenen worden gestuurd, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies
Slide 7 - Quiz
In de afbeelding is een doorsnede van een deel van het hoofd schematisch getekend. Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 8 - Quiz
In de afbeelding zie je Paul van Loon met zijn onafscheidelijke zonnebril. Hoe zien zijn pupillen eruit?
A
Groter dan zonder zonnebril
B
Even klein als zonder zonnebril
C
Kleiner dan zonder zonnebril
Slide 9 - Quiz
Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding. Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend. Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend. Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft. Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Anja en Casper
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Boris en Diane
Slide 10 - Quiz
Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers
Slide 11 - Quiz
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen
Slide 12 - Question de remorquage
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 13 - Question de remorquage
Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
Parfum ruiken
vuurwerk kijken
deken voelen
Slide 14 - Question de remorquage
Een roofvogel heeft een extra grote gele vlek. Wat is het voordeel daarvan?
A
Extra diepte zien
B
Extra scherp zien
C
Extra kleur zien
D
Groter gezichtsveld
Slide 15 - Quiz
Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel
Slide 16 - Question de remorquage
Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in zenuwen
Impulsen in zenuwen
Prikkel
Slide 17 - Question de remorquage
Er komt fel licht op iemand zijn ogen. Welke spieren in de oog trekken samen?
A
Oogspier
B
Straalsgewijs lopende spieren
C
Kringspier
D
Iris
Slide 18 - Quiz
Iemand hoort zijn deurbel, hij doet open. Wat is de prikkel?
A
horen deurbel
B
open doen
Slide 19 - Quiz
Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
Netvlies
Slide 20 - Quiz
Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Waar in het oog wordt het scherpste beeld waargenomen?
A
In de blinde vlek
B
In de gele vlek
C
In de lens
D
In het hoorvlies
Slide 22 - Quiz
In de afbeelding zie je een schematische tekening van een doorsnede van het oor. Welk deel is aangegeven met nummer 10?
A
De buis van Eustachius
B
De gehoorzenuw
C
Het slakkenhuis
D
Het trommelvlies
Slide 23 - Quiz
Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 6?
A
De luchtdruk in het oor regelen
B
Geluidstrillingen doorsturen
C
Impulsen naar de hersen sturen bij beweging
Slide 24 - Quiz
Mensen met tinnitus 'horen' voortdurend een piepend geluid dat er in werkelijkheid niet is. Er worden dan impulsen vanuit het oor doorgegeven aan de hersenen, zonder dat de zintuigcellen in het oor geprikkeld zijn door geluid. Welk nummer in de afbeelding geeft het deel aan dat impulsen vanuit het oor naar de hersenen leidt?
A
Nummer 4
B
Nummer 6
C
Nummer 10
D
Nummer 11
Slide 25 - Quiz
Enkele delen van het oog zijn: het hoornvlies, de iris, de lens en de oogleden met wimpers. Welk van deze delen kunnen het netvlies tegen te fel licht beschermen?
A
Het hoornvlies en de iris
B
Het hoornvlies en de lens
C
Het hoornvlies en de oogleden met wimpers
D
De iris en de oogleden met wimpers
Slide 26 - Quiz
Hoe noemen we nummer 3?
A
pupil
B
iris
C
harde oogvlies
D
glasachtig lichaam
Slide 27 - Quiz
lens
iris
netvlies
zenuw
Slide 28 - Question de remorquage
Welk nummer brengt voedingstoffen naar het oog?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 29 - Quiz
Welk onderdeel van je oog "maakt" tranen als je huilt?
A
Traanbuis
B
Traanpees
C
Levertraan
D
Traanklier
Slide 30 - Quiz
Welk deel van je oor vangt geluidstrillingen op?
A
Trommelvlies
B
Gehoorgang
C
Slakkenhuis
D
Oorschelp
Slide 31 - Quiz
Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang
Slide 32 - Quiz
Sleep de onderdelen A t/m D naar de juiste plek.
Glasachtig lichaam
Lens
Gele vlek
Blinde vlek
Slide 33 - Question de remorquage
In welk deel van het oor liggen de gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis
Slide 34 - Quiz
Welk onderdeel geeft de zwarte pijl aan?
A
Haar
B
Zenuw
C
Zweetklier
D
Talgklier
Slide 35 - Quiz
Welke nummers geven onderdelen trommelvlies, hamer en gehoorzenuw aan?
A
2, 5 en 8
B
3, 4 en 8
C
4, 5 en 8
D
3, 6 en 8
Slide 36 - Quiz
Wat zorgt ervoor dat er geen zweet in je ogen loopt?
A
wimpers
B
ooglid
C
wenkbrauwen
Slide 37 - Quiz
Hoe noemen we het gekleurde gedeelte in je oog?
A
pupil
B
iris
C
hoornvlies
D
lens
Slide 38 - Quiz
Als je huilt, rollen de tranen over je wangen. Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?
Stelling 1: Traanvocht wordt geproduceerd door deel 1. Stelling 2: Door deel 2 wordt traanvocht over het oog verspreid. Stelling 3: Dat er tranen over iemands wangen stromen, komt doordat deel 3 het traanvocht niet voldoende kan afvoeren.
A
stelling 1
B
stelling 2
C
stelling 3
D
geen
Slide 39 - Quiz
Teun gaat de badkamer binnen. In de badkamer is het donker. Hij tast de muur af en vindt een lichtschakelaar. Hij doet het licht aan. Hij kan in de spiegel de pupilreflex van zijn ogen zien.
Welke verandering ziet Teun in zijn ogen? En door welke spieren wordt deze verandering veroorzaakt?
A
Zijn pupillen worden groter. Dit wordt veroorzaakt door de spieren in de iris.
B
Zijn pupillen worden groter. Dit wordt veroorzaakt door de spieren van de lens.
C
Zijn pupillen worden kleiner. Dit wordt veroorzaakt door de spieren in de iris
D
Zijn pupillen worden kleiner. Dit wordt veroorzaakt door de spieren van de lens.
Slide 40 - Quiz
Welk van de genummerde delen laat licht door?
A
alleen deel 4
B
alleen deel 5
C
alleen deel 6
D
deel 4 en 5
Slide 41 - Quiz
Wat gebeurt er met de huid bij een hoge talgproductie?
A
De huid wordt hierdoor
gekleurd
B
De huid wordt hierdoor doorbloed
C
De huid wordt hierdoor droog
D
De huid wordt hierdoor vet
Slide 42 - Quiz
Hoe merk je aan de huid dat hij meehelpt om warmte kwijt te raken?
A
Er komen puntjes op de huid
B
de huid wordt blauw
C
Er komen vochtdruppeltjes op de huid
D
de haartjes op de huid gaan omhoog staan
Slide 43 - Quiz
Het oog licht beschermd in de oogkas van de schedel. Hoe wordt het oog vochtig gehouden?
A
door het vocht van de het oogvlies
B
door al knipperend vocht te verspreiden over het oog
C
door de wenkbrauwen
D
door de wimpers
Slide 44 - Quiz
Benoem onderdeel 1
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Lens
D
Pupil
Slide 45 - Quiz
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oor?