Vader heeft de ziekte, deze is recessief. Vader heeft dus geen gezond gen. Zijn genotype is aa. Ditzelfde geldt voor de eerste twee kinderen.
Moeder: Vader heeft aan alle kinderen een a doorgegeven. De eerste twee kinderen hebben 1 a van vader, de andere a moet van moeder komen.
Moeder is gezond, dus zij moet een gezond gen A hebben. Haar genotype is Aa.
De laatste twee kinderen zijn gezond, dus hebben een A. Van vader konden ze alleen een a krijgen. Hun genotype moet dus Aa zijn