TEA 4 Herhalingsles (2)

Herhalingsles TEA 4 (2)
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 65 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles TEA 4 (2)

Slide 1 - Diapositive

Persistentie en accumulatie

Slide 2 - Diapositive

Stikstoffixatie
Binas:
tabel 93G

Slide 3 - Diapositive

Stikstoffixatie
Stikstoffixatie door knolletjesbacteriën
(in 'vlinderbloemigen')

N2 uit de lucht omzetten in NH3/NH4+(Stikstoffixatie)




Binas: tabel 93G
NH3

Slide 4 - Diapositive

Als een groot deel van een populatie uitsterft door een invloed uit het milieu zoals ingrijpen door mensen of een natuurramp, noemen we dat:
A
Foundereffect
B
Bottleneckeffect
C
Marbleeffect
D
Glasseffect

Slide 5 - Quiz

Genetic drift kan optreden doordat een klein deel van een populatie zich vestigt in een nieuw gebied. Dit noemen we het:
A
Foundereffect
B
Bottleneckeffect
C
Marbleeffect
D
Glasseffect

Slide 6 - Quiz

Wat is stikstoffixatie?
A
Een proces waarbij stikstof wordt geproduceerd
B
Een proces waarbij koolstof wordt gefixeerd
C
Een proces waarbij stikstof wordt vastgelegd
D
Het proces waarbij stikstof wordt omgezet in NH3/NH4+

Slide 7 - Quiz

Wat is het primaire doel van stikstofassimilatie in planten?
A
Het transporteren van stikstof naar de wortels.
B
Het omzetten van anorganische stikstof in organische stoffen.
C
Het regelen van fotosynthese.
D
Het reguleren van bladgroei.

Slide 8 - Quiz

Een voorbeeld van organische materiaal is
A
Koolstof
B
Detritus
C
Zuurstof
D
Fotosynthese

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Hoe noemen we het als een stof niet of nauwelijks op natuurlijke wijze kan worden omgezet en zich ophoopt in vetweefsel?
A
Accumulatie
B
Persistentie
C
Fotolyse
D
Bioaccumulatie

Slide 11 - Quiz

Door(...) krijgen de toppredatoren uit de voedselketen extreem hoge concentraties bestrijdingsmiddelen in het lichaam en kunnen hieraan sterven.
A
Accumulatie
B
Persistentie
C
Trofie
D
Assimilatie

Slide 12 - Quiz

Opgaven
Opdracht rotganzen (teams) en oefentoets
Eerst opdracht rotganzen, zo bespreken!

Slide 13 - Diapositive

Het Waddeneiland Schiermonnikoog ligt niet vast op zijn plek; de zee slaat zand weg aan de Noordzeekant maar laat ook zand achter aan de oostkant van het eiland en vormt daar de kwelder. Bij de ontwikkeling van de kwelder blijken hazen een sleutelrol te spelen. Een ander type gans, de rotgans die op de kwelder graast, heeft daar voordeel van. Planten die zijn aangepast aan het zoute water zorgen voor het vastleggen van het zand en dragen zo bij aan de groei van de kwelder. Tijdens overstromingen zet de zee dunne laagjes klei af op de zandige ondergrond. Op een honderd jaar oude kwelder ligt een laag van wel vijftien centimeter. Steeds meer planten soorten groeien er op de ouder wordende kwelder. Op de jonge kwelder kunnen zeekraal en gerande schijnspurrie het hoofd net boven water houden, ze worden opgevolgd door een lage vegetatie van zilte rus, zeeweegbree en kweldergras. Enige tientallen jaren later groeien er struikachtige planten als zoutmelde en zeealsem. Naast insecten en bodemdiertjes zijn er grazers actief zoals haas, konijn en verschillende soorten ganzen.
Het Waddeneiland Schiermonnikoog ligt niet vast op zijn plek; de zee slaat zand weg aan de Noordzeekant maar laat ook zand achter aan de oostkant van het eiland en vormt daar de kwelder. Bij de ontwikkeling van de kwelder blijken hazen een sleutelrol te spelen. De rotgans heeft daar voordeel van. Planten die zijn aangepast aan het zoute water zorgen voor het vastleggen van het zand en dragen zo bij aan de groei van de kwelder. Tijdens overstromingen zet de zee dunne laagjes klei af op de zandige ondergrond. Op een honderd jaar oude kwelder ligt een laag van wel vijftien centimeter. Steeds meer planten soorten groeien er op de ouder wordende kwelder. Op de jonge kwelder kunnen zeekraal en gerande schijnspurrie het hoofd net boven water houden, ze worden opgevolgd door een lage vegetatie van zilte rus, zeeweegbree en kweldergras. Enige tientallen jaren later groeien er struikachtige planten als zoutmelde en zeealsem. Naast insecten en bodemdiertjes zijn er grazers actief zoals haas, konijn en verschillende soorten ganzen.

Slide 14 - Diapositive

Noem twee kenmerken van successie die genoemd worden in de tekst
- het vestigen van een pioniervegetatie
(de planten die tegen zout kunnen)

− verandering van de vegetatie / opvolging van (planten en dier)soorten

− toename biomassa / toename complexiteit van het voedselnet
 

Slide 15 - Diapositive