Opbouw en afbraak H2 herhaling

Herhaling H2
Opbouw en afbraak
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H2
Opbouw en afbraak

Slide 1 - Diapositive

Wat voor vulkaan is dit?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Strombolivulkaan
D
Dit is helemaal geen vulkaan.

Slide 2 - Quiz

Een dode vulkaan is een vulkaan dat...
A
in de zee ligt
B
nooit meer gaat uitbarsten
C
op een kerkhof ligt
D
binnenkort weer gaat uitbarsten

Slide 3 - Quiz

Deze vulkaan is
A
een stratovulkaan
B
een schildvulkaan
C
een hotspot
D
dood

Slide 4 - Quiz

Pangea was het.....
A
gebied met allemaal los liggende aardkorstplaten
B
gebied dat ook wel een supercontinent wordt genoemd
C
Het favoriete koekje van koekiemonster
D
Gebied in Argentinie waar het koud is en bijna nooit regent

Slide 5 - Quiz

Hoeveel bewegingen platen per jaar
A
een paar mm
B
een paar cm
C
een paar m
D
een paar km

Slide 6 - Quiz

Plaattektoniek is.....
A
het botsen van aardkorstplaten
B
het uit elkaar gaan van aardkorstplaten
C
het bewegen van aardkorstplaten
D
het langs elkaar schuren van aardkorstplaten

Slide 7 - Quiz

Wat is magma?
A
Koude, vloeibare gesteente buiten de aarde
B
Vast gesteente binnen in de aarde
C
Heet, vloeibaar gesteente binnen in de aarde
D
Heet, vloeibaar gesteente op het oppervlak

Slide 8 - Quiz

Wat heeft hier
plaatsgevonden?
A
Fysische verwering
B
erosie door wind
C
Erosie door een rivier
D
erosie door ijs

Slide 9 - Quiz

Welk soort breuk is dit ?
timer
1:00
A
transforme breuk
B
convergente breuk
C
divergente breuk
D
continentale breuk

Slide 10 - Quiz

Bij erosie
A
valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes
B
wordt verweringsmateriaal door een schurende werking meegenomen door wind water of ijs
C
lost gesteente op in water of zuren
D
wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op

Slide 11 - Quiz

Afzetting is het ... :
A
Neerdwarrelen van sediment, dat onder grote druk tot nieuwe steen wordt gemaakt.
B
Het afslijten van stenen door de stroming van de rivier en de druk van gletsjers. Stenen worden gladder en kleiner.
C
Het ontstaan van gebergten door een divergente plaatbeweging.
D
Het breken van stenen in kleinere stukken steen of het wegsmelten van stukken steen door zuren.

Slide 12 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier het ontstaan van Laag- Nederland als gevolg van de zeespiegelstijging.

Koppel de juiste grondsoorten aan de juiste letters.
Kies uit: zeeklei – zand – grind en zand – veen.
1
2
3
4
Zeeklei
grind en zand
zand
veen

Slide 13 - Question de remorquage

Mechanische verwering
Chemische verwering

Slide 14 - Question de remorquage

 De opbouw van de aarde
Sleep de lagen van de aarde naar het juiste vakje.
aardkorst
buitenkern
aardmantel
binnenkern

Slide 15 - Question de remorquage

Erosie door ijs
Erosie door wind
Erosie door water
Erosie door zwaartekracht

Slide 16 - Question de remorquage

Zet de grondsoorten van grof naar fijn
Grof
-----

-----

-----

-----
Fijn
---->
Klei
Zand
Grind
Rotsen
Vast
gesteente 

Slide 17 - Question de remorquage

Erosie door wind
Erosie door water
Erosie door ijs

Slide 18 - Question de remorquage

Convectiestromen
Vulkaan
platen bewegen tegen elkaar
platen bewegen onder elkaar
platen bewegen uit elkaar
Diepzeetrog

Slide 19 - Question de remorquage

De opbouw van een vulkaan
Kraterpijp
Magmakamer
Krater
Aswolk

Slide 20 - Question de remorquage

transforme platen 
divergerende platen 
convergerende platen 

Slide 21 - Question de remorquage

Afrikaanse plaat
Arabische plaat
Euraziatische plaat
Indisch-Australische  plaat
Philippijnse  plaat

Slide 22 - Question de remorquage

verwering en erosie
erosie en sedimentatie
sedimentatie

Slide 23 - Question de remorquage

timer
1:00
divergente plaatbeweging
convergente plaatbeweging
subductie
transforme plaatbeweging

Slide 24 - Question de remorquage

Een aardbeving van 5,0 is zwaarder dan een aardbeving van 8,5.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Het epicentrum van een aardbeving is waar de aardbeving plaatsvindt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat is het verschil met aardbevingen in de wereld en aardbevingen in Groningen?
A
Er is geen verschil
B
In Groningen ontstaan aardbevingen door gaswinning
C
Onder Groningen verschuiven aardplaten

Slide 27 - Quiz

Een aardbevingdeskundige wordt ook wel ....... genoemd
A
Vulkanoloog
B
Seismoloog

Slide 28 - Quiz

Wat is de Schaal van Richter?
A
waar de aardbeving het ergst is
B
schaal die de richting van de aardbeving aanwijst
C
een meetinstrument voor de temperatuur
D
schaal waarmee de zwaarte van aardbevingen wordt aangegeven

Slide 29 - Quiz

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
timer
0:45
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
1/4 keer

Slide 30 - Quiz

Ik ben over het algemeen tevreden met de lessen Aardrijkskunde
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage